De Tien: duurste aankopen van vorig jaar en hoe ze het nu doen
De afgelopen transferzomer staat te boek als één van de meest spectaculaire aller tijden, waarin zelfs het ongenaakbaar geachte record van Gareth Bale sneuvelde. Een half jaar later is het tijd om een tussenbalans op te maken: zijn de duurste spelers van afgelopen zomer hun hoge transfersom waard gebleken?
10. Sadio Mané (van Southampton naar Liverpool - veertig miljoen euro)
Eén van de drijvende krachten achter de formidabele eerste seizoenshelft van The Reds. Toeval of niet, toen Mané in januari met Senegal op de Afrika Cup actief was, verspeelde Liverpool alle kansen op de landstitel.
9. Grzegorz Krychowiak (van Sevilla naar Paris Saint-Germain - veertig miljoen euro)
Sterkhouder van meervoudig Europa League-winnaar Sevilla die afgelopen zomer met zijn trainer Unai Emery meeging naar Parijs. Erg veel indruk heeft de Poolse middenvelder echter niet weten te maken: toen zijn ploeggenoten onlangs Barcelona overklasten, zat Krychowiak niet eens bij de wedstrijdselectie.
8. Shkodran Mustafi (van Valencia naar Arsenal - 41 miljoen euro)
Maakte veel indruk bij Arsenal dat vrijwel de gehele eerste seizoenshelft ongeslagen bleef. Inmiddels zijn The Gunners in een crisis beland en ook de Duitse centrale verdediger kan het tij niet keren.
7. Granit Xhaka (van Borussia Mönchengladbach naar Arsenal - 41 miljoen euro)
Valt vooral op door zijn gebrek aan discipline: de Zwitserse middenvelder heeft in zijn debuutseizoen in de Primier League alweer twee rode kaarten gekregen en bleef ook buiten het veld niet onbesproken. Xhaka werd naar het Emirates Stadium gehaald om voor meer vechtlust te zorgen, maar lijkt dat iets te letterlijk te nemen.
6. Leroy Sané (van Schalke 04 naar Manchester City - 43 miljoen euro)
Waar Manchester City na een bliksemstart achterop is geraakt in de Premier League, geldt voor Sané het tegenovergestelde: de 21-jarige Duitser had aanvankelijk wat aanpassingsproblemen, maar lijkt nu zijn draai te hebben gevonden in Manchester.
5. João Mário (van Sporting Lissabon naar Internazionale - 45 miljoen euro)
Won als basisspeler het EK met Portugal en had de clubs vervolgens voor het uitkiezen. De linkspoot begon met Internazionale dramatisch aan het seizoen en kon het ontslag van Frank de Boer niet voorkomen. Inmiddels zijn zowel Mario als de Nerazzuri aan de beterende hand.
4. André Gomes (van Valencia naar Barcelona - 49 miljoen euro)
Nog een Portugese middenvelder die zich afgelopen in de kijker speelde. Gomes heeft zijn plek op het Catalaanse middenveld gevonden, maar de controleur heeft zijn critici, vooral na de afstraffing tegen PSG, nog niet bepaald kunnen overtuigen.
3. John Stones (van Everton naar Manchester City - 56 miljoen euro)
Wordt al jarenlang gezien als hét verdedigende talent van Engeland, maar heeft in dienst van The Citizens nog geen onuitwisbare indruk achtergelaten. Het is vooral de hoge transfersom voor Stones, die de wenkbrauwen doet fronzen.
2. Gonzalo Higuaín (van Napoli naar Juventus - 88 miljoen euro)
De Argentijnse topschutter haalde zich de woede van heel Napels op de hals en zorgde voor verbijstering alom door niet geheel afgetraind bij Juventus te arriveren. Inmiddels is Higuaín gewoon weer topscorer van Italië en koerst hij met Juventus af op de Scudetto.
1. Paul Pogba (van Juventus naar Manchester United - 105 miljoen euro)
Sinds afgelopen zomer de duurste speler aller tijden. Had wat tijd nodig voordat hij zijn stempel kon drukken, maar schittert inmiddels samen met Zlatan Ibrahimovic op Old Trafford. Pogba en The Red Devils zullen echter nog flink aan de bak moeten om zich te kwalificeren voor de Champions League.
