'Van der Sar en Nijland sleutelen aan 'nieuwe' Eredivisie: grote veranderingen'
Nederlandse clubs komen woensdag samen voor een presentatie van de veranderplannen voor de Eredivisie, die moeten leiden tot een attractievere, sterkere en rijkere competitie. Dat meldt Voetbal International.
Een stuurgroep bestaande uit directeuren Edwin van der Sar (Ajax) en Hans Nijland (FC Groningen) en PEC Zwolle-voorzitter Adriaan Visser heeft de plannen vormgegeven. Zij werden eind 2017 aangesteld, nadat een werkgroep over het opruimen van kunstgras was mislukt. De conclusie was dat de kunstgrasdiscussie onderdeel moest zijn van een breder plan, met ook de competitieopzet, tv-geldverdeling en de jeugdopleidingen.
Volgens VI is het doel om deze zomer een 'package-deal' te sluiten. Daarvoor gingen Van der Sar, Nijland en Visser onder meer op bezoek in België, waar de competitie werd teruggebracht van achttien naar zestien clubs. Het idee is om dat ook hier vanaf 2020/'21 in zowel de Eredivisie als Eerste Divisie door te voeren. De beloftenteams verdwijnen in dat geval uit de Jupiler League. Voor die teams wordt gestreefd naar een internationale competitie met beloften uit andere landen.
Het voorstel omvat ook een sterkere promotie- en degradatieregeling (twee directe plaatsen en twee via play-offs) en een kampioensgroep voor de zes beste Eredivisie-clubs. Zij spelen vervolgens in een onderlinge competitie voor de titel. De winnaar van de poule met de overige tien clubs krijgt volgens de plannen een Europa League-ticket. In 2021 moet kunstgras bovendien taboe zijn en moeten er hogere vergoedingen voor jeugdtransfers zijn.
Nu al wrevel
De plannen zouden achter de schermen al voor wrevel zorgen. De clubs uit het rechterrijtje leveren het meest in, maar de topclubs hebben moeite met het weggeven van een Europa League-ticket, willen minder mediageld afstaan en zien graag een garantie voor hun beloften, mocht de internationale competitie niet van de grond komen.