Bruggink: 'Jongens als Justin Kluivert en Steven Bergwijn vinden het niet cool'
In de Eredivisie wordt in een te laag tempo gevoetbald en zoeken spelers te weinig de diepte. Dat stelt Arnold Bruggink, die afgelopen week toeschouwer was bij een Bundesliga-wedstrijd en zijn ogen uitkeek.
'Vergelijk dat eens met het voetbal in de Eredivisie en je ziet bijna een ander spel', schrijft Bruggink in zijn column voor Voetbal International. 'Wie zijn hier nog de aanvallers die gebruikmaken van hun snelheid en keer op keer de diepte in sprinten? Jahanbakhsh, Lozano, Neres.'
'De buitenlanders dus, bij hen zit het in de natuur. Los van hun doelpunten helpen zij hun elftallen enorm met die manier van spelen. Een tegenstander moet zich immers altijd instellen op spitsen die te pas en te onpas de diepte zoeken. Niet zelden wordt daar een tweede verdediger bij geposteerd, waardoor er elders op het veld hoe dan ook ruimte ontstaat.'
Bruggink vervolgt: 'Onder de Nederlandse voetballers zijn het vooral de middenvelders die veel diepte in het spel leggen. Guus Til, Marco van Ginkel, Donny van de Beek; dat soort spelers. De spitsen die het eigenlijk moeiteloos zouden moeten kunnen, jongens als Justin Kluivert en Steven Bergwijn, vinden het niet cool.'