Waarom Oranje niet met Strootman en Wijnaldum kan beginnen tegen Frankrijk

7 september 2018 om 10:00

Donderdagavond kwam er een einde aan de carrière van Wesley Sneijder bij het Nederlands elftal. Sneijder is ontzettend belangrijk geweest voor Oranje en kreeg tegen Peru een verdiend afscheidsduel. In zijn laatste en 134ste interland deed de middenvelder een uur lang mee. Wat maakt(e) Sneijder zo goed en wat leert het nieuwe Oranje van Ronald Koeman ons?

Door Koen Bloks

Wesley Sneijder zal zich de wedstrijd tegen Peru niet herinneren als één van zijn beste wedstrijden. Oranje speelde een matige eerste helft en kwam tot aan de openingsgoal van Peru al een aantal maal goed weg. Na twaalf minuten was het alsnog raak: een kopbal was Jasper Cillessen te machtig nadat Daley Blind zich liet aftroeven in de lucht. Uiteindelijk wist Oranje het tij te keren door een dubbele omzetting van Ronald Koeman en twee doelpunten van Memphis Depay (2-1). Deze wedstrijd konden we slechts een laatste glimp opvangen van de kwaliteiten van recordinternational Sneijder.

Wesley Sneijder speelt altijd uitstekend tussen de verdediging en het middenveld van de tegenstander. Met zijn kwaliteiten is hij veelvuldig zelf beslissend of zet hij medespelers vrij voor het doel. Dat deed hij ook in zijn afscheidswedstrijd. (foto rechts: Nederland - Frankrijk 4-1, EK 2008)

Wesley Sneijder zal worden herinnerd om zijn geweldige schot, fabelachtige balbehandeling, visie en weergaloze passing. Dat gekoppeld aan een dosis leiderschap en felheid, maakte Sneijder een topspeler voor Oranje. Ondanks dat hij Ruud Vormer één-op-één voor het doel wist te zetten, was het jammer dat Sneijder slechts het eerste uur speelde. De geboren Utrechtenaar was in zijn carrière vaak beslissend. Dat deed hij niet alleen met een fantastische voorzet, maar ook door te spelen in centrale ruimtes achter het middenveld van de tegenstander. Om in deze zones in balbezit te komen moest hij zich goed positioneren, maar ook bereikt worden door medespelers. Tegen Peru lukte dat zijn ploeggenoten in de eerste helft niet. De omzetting van Koeman, door meer spelers met voetballend vermogen op te stellen, veranderde de wedstrijd en bracht Oranje balbezit en vooral controle op de helft van de tegenstander.

Tete speelt de bal weg uit een drukke zone richting de achterhoede. Wijnaldum durft niet te wachten tot de tegenstander bij hem is om Sneijder van tijd en ruimte te voorzien en alsnog Sneijder te bereiken. Ook hij speelt de bal terug.

De tweede helft begon met luid gejuich na het debuut van Frenkie de Jong. Hij wordt gezien als de opvolger van Sneijder, maar is een behoorlijk ander type. De Jong heeft een betere dribbel, speelt wat lager op het veld, maar zal het afleggen qua schot en het drukken van zijn stempel in de eindfase. Hoewel, Frenkie de Jong begon zijn interlandcarrière direct met een assist. De overeenkomst die hij heeft met Wesley Sneijder is dat hij zich comfortabel aan de bal voelt en de bal niet direct kwijt wil. Spelers met veel balgevoel durven passes lang uit te stellen en combineren door in kleine ruimtes. Spelers die dit niet hebben, verplaatsen de bal vaak terug, spelen simpele passes en blijven uit drukke zones. Een speler met veel voetballend vermogen kan andere spelers beter te laten spelen en laat een tegenstander uit positie bewegen. Het is daarom jammer dat Wesley Sneijder zijn laatste minuten - en eigenlijk zijn laatste jaren - speelde naast spelers die hem niet goed konden bedienen.

Frenkie de Jong speelt zich na een goede aanname voorbij een middenvelder van Peru richting een druk bezette zone. De Jong raakt daar niet van onder de indruk en bereikt Promes voorwaarts.

Bondscoach Ronald Koeman gaf voor de wedstrijd aan dat de toekomst van het Nederlands elftal er een stuk rooskleuriger uitziet dan pakweg een jaar geleden. Hopelijk is een herstellende wissel daarom in de toekomst niet meer nodig: een elftal kan niet meer zonder voetballend vermogen centraal op het veld. Dat bewezen invallers De Jong en Davy Pröpper in de tweede helft. In de eerste helft vormde Nederland een vierkant met verdedigers De Ligt en Van Dijk en middenvelders Strootman en Wijnaldum. De Ligt schoof de bal vaak richting Wijnaldum, die aan de rechterkant van het veld de oplossing probeerde te zoeken. Om gevaarlijk te worden moet je vaak het middenveld zoeken, liefst via een speler (als Sneijder) tussen de linies. In de praktijk speelden Wijnaldum en Strootman simpele passes richting de zijkant, waar bijvoorbeeld De Ligt beter zelf in had kunnen dribbelen en voor een voorwaartse pass had kunnen kiezen.

De komst van De Jong en Pröpper zorgde voor meer centrale passing voorwaarts. Deze spelers waren comfortabeler aan de bal, raakten niet in paniek in kleine ruimtes en durfden risicovolle passes door het centrum te geven. Oranje vormde geen vierkant meer, maar een ruit met De Jong en Pröpper in dezelfde verticale lijn. De Jong werd van achteruit gezocht en dribbelde op richting een middenvelder die uitstapte, of hij zocht Pröpper, Quincy Promes of Memphis tussen de linies. Dit maakte het spel van Oranje veel onvoorspelbaarder en zorgde vaker voor verplaatsingen van de bal naar gevaarlijke zones op het veld. Peru vond het moeilijk om dit af te stoppen (ten opzichte van de eerste helft toen de bal vooral aan de zijkant of achterin bij Nederland was), waardoor Oranje de volledige controle over de wedstrijd had.

Zonder bal is Oranje echter nog lang niet klaar. Er is simpelweg geen eenheid in gedrag: vlak voor het eerste doelpunt van Memphis veroverde De Jong via snelle pressie de bal, maar veel vaker liep het elftal halfbakken terug om vervolgens niet compact in de organisatie te spelen. Als je dat vergelijkt met de discipline, intensiteit en organisatie van tegenstander Peru, is het niet gek dat zij wel actief waren op het afgelopen WK in Rusland. Het is daarom te hopen dat de beginopstelling – exclusief Wesley Sneijder – geen blauwdruk is van het Nederlands elftal tegen een tegenstander als Duitsland of Frankrijk.

De @LaptoptrainerNL kijkt voor VoetbalPrimeur naar de belangrijkste wedstrijden in binnen- en buitenland en probeert op een begrijpelijke wijze de theoretische kant van het voetbal te belichten.