Waarom Groeneveld in de 'Babel-rol' geen succes was tegen België

17 oktober 2018 om 10:00

Een flink gewijzigd Nederlands Elftal heeft op bezoek bij de Rode Duivels met 1-1 gelijkgespeeld. Bondscoach Ronald Koeman koos in de oefeninterland voor zes 'nieuwe' namen ten opzichte van afgelopen wedstrijden: Arnaut Danjuma Groeneveld, Quincy Promes, Donny van de Beek, Kevin Strootman, Nathan Aké en Stefan de Vrij verschenen aan de aftrap.

Door Koen Bloks

De eerste vijfentwintig minuten zagen we een Oranje dat vooral in een laag blok kwam te spelen. Enkele automatismen waren hier al zichtbaar: Groeneveld nam de 'rol' van Ryan Babel over en speelde als lage linksback op momenten dat Nederland de bal niet had. Er vormde zich dan een 'kerstboom'-opstelling met vijf verdedigers, drie middenvelders en twee spitsen.

Koeman koos er tegen de Belgen voor om Promes en Memphis Depay als centrale aanvallers tegen de drie centrale verdedigers van België te laten spelen. Oranje kreeg echter nooit druk op de bal. Het was een simpel ABC’tje die de Belgen telkens weer lieten zien: met één pass naar Toby Alderweireld werden Promes en Depay 'uitgespeeld', vervolgens werd de bal hoog naar de rechterzijkant doorgespeeld en daar profiteerden de Belgen van een overtal en/of grote ruimtes.

Het ABC’tje van België in beeld: opbouwen over de rechterflank en snel doorspelen naar rechtsvoor. Daarmee is het vaak al voorbij de aanvallers en middenvelders van Oranje. Het doelpunt van de Belgen ontstaat uit eenzelfde opzet.

Vlak voor het doelpunt deed eenzelfde situatie zich voor. De Belgen bouwden opnieuw op over rechts en speelden dwars door het middenveld met een prima combinatie. De Rode Duivels vormden even daarvoor een overtal om deze combinatie uit te spelen door alle aanvallers weg van de spitspositie te positioneren. België wist dat Nederland in een 532-formatie zou spelen wanneer het moest verdedigen en zette daarmee liefst drie centrale verdedigers 'buitenspel' (wanneer geen van deze drie doordekt).

België profiteert van de grote ruimtes tussen de linies (verdediging loopt snel achteruit) en/of een overtal aan de rechterzijde (aanvallers België lopen uit de spits, centrale verdedigers volgen niet). Niet doorstappen is prima, maar vaak kan dan alleen de bal nog veroverd worden als de linies compact staan. De Vrij staat ver van de situatie en wordt omspeeld.

Door Groeneveld al direct na balverlies naar de positie van lage linksback te sturen, kreeg Oranje geen druk op de bal in de eerste helft. Vlak voor het doelpunt van Dries Mertens werd de buitenspeler annex linksback makkelijk uitgespeeld door Eden Hazard. De keuze van Koeman om deze opdrachten door Groeneveld uit te laten voeren, pakte niet goed uit. Een andere reden waarom de ruimtes op links zo groot waren, was omdat een middenveld met Van de Beek, Daley Blind en Strootman niet in staat is om in korte tijd veel meters te dekken. Hierdoor lukte het niet om de Belgen alsnog vast te zetten aan de zijlijn. Na rust ging Groeneveld hoger spelen om een viermans-middenveld te vormen en kwam hij niet meer in de positie van lage linksback te spelen.

Koeman komt terug van zijn experiment om Groeneveld de 'Babel-rol' te laten vervullen. In de tweede helft speelt de speler van Club Brugge hoger om het middenveld te versterken. Hierdoor is er sneller druk op de bal en meer bezetting op het middenveld (lees: minder ruimte voor aanvallers België om te zwerven).

In de 26ste minuut wilde Timothy Castagne zich uit een benarde situatie redden door naar zijn eigen helft te dribbelen. Groeneveld herkende de geringe opties die de speler met bal had en activeerde de pressing van Oranje. Veel trainers – waaronder Koeman – willen dat de ploeg als geheel druk zet wanneer een pass terug volgt of wanneer een speler terugdribbelt. Castagne leverde vanwege het felle druk zetten in, waarna Oranje een snelle counter lanceerde. Deze werd uitgespeeld en leverde de 1-1 op. Een effectieve tegenstoot, zeker gezien het aantal kansen tot dan toe.

Over het algemeen stonden de Rode Duivels met veel spelers achter de bal en compact georganiseerd. Het lukte Blind en vooral Strootman niet om aanvallende spelers in kansrijke posities centraal op het veld aan de bal te krijgen. Daar deed de afwezigheid van Frenkie de Jong zich voelen. In de tweede helft kwam debutant Pablo Rosario in het veld die dit al veel beter invulde. De middenvelder van PSV dacht vooruit en durfde spelers voorwaarts in te spelen.

Vooral Strootman kiest voor de veilige weg. Rosario speelt in de tweede helft meer voorwaarts en tussen de linies. Het is een ogenschijnlijk simpele pass, maar voor veel middenvelders in Oranje blijkt zo'n pass een te groot risico.

Aanvallend – en dan vooral opbouwend – grijpt Oranje bij de afwezigheid van enkele spelers nog te snel terug naar het breedtespel van de afgelopen jaren. Het Nederlands Elftal kan in de eerste fases van het balbezit niet meer zonder spelers als Rosario, Frenkie de Jong, Davy Pröpper (speelde tegen Frankrijk sterk) en Blind (die normaal gesproken ook de mogelijkheden heeft).

Het was tegen België mooi om te zien hoe goed het Nederlands Elftal de counter beheerst. Van de laatste acht wedstrijden eindigde de ploeg van Koeman in zes wedstrijden met minder dan vijftig procent balbezit. Dat gebeurde ook tegen de Belgen (45% balbezit). Van de omschakeling een wapen maken levert tegen elke ploeg kansen op, maar is een facet dat de ploeg jarenlang niet beheerste.

Om nog meer in omschakelmomenten terecht te komen zal het elftal – wanneer het in een laag defensief blok speelt – veel minder kansen tegen moet krijgen en meer ballen moeten veroveren. Ook tegen Duitsland bleek Oranje nog te kwetsbaar. De verdedigende fase staat nog volop in de steigers, maar leverde ook tegen België een resultaat op.

De @LaptoptrainerNL kijkt voor VoetbalPrimeur naar de belangrijkste wedstrijden in binnen- en buitenland en probeert op een begrijpelijke wijze de theoretische kant van het voetbal te belichten.