Hoe Oranje zich kan en moet verbeteren om de Nations League te winnen
Wonder boven wonder schaarde het Nederlands elftal zich maandagavond bij de Final Four van de Nations League. Lange tijd maakte de ploeg van bondscoach Ronald Koeman geen aanspraak op een goed resultaat, want Duitsland bleek in staat om Oranje niet in het eigen spel te laten komen. Het zijn belangrijke lessen voor betere interlands in de toekomst.
Door Koen Bloks
Het Oranje van bondscoach Ronald Koeman kon maandagavond in voetballende zin géén vervolg geven aan de goede wedstrijd tegen Frankrijk, ondanks het behalen van de Nations League-eindronde. Dit had in eerste instantie vooral te maken met tegenstander Duitsland. De Oranje-internationals kregen simpelweg de kans niet om het niveau van afgelopen wedstrijd te benaderen. De 5-2-3-formatie van bondscoach Joachim Löw was een bouwwerk dat de kracht van Oranje volledig buitenspel zette.
Als Oranje wilde opbouwen, speelde Duitsland met een driemansvoorhoede, met twee controlerende middenvelders, in een compacte 'diamant'. De toegangswegen naar Marten de Roon en - vooral - Frenkie de Jong werden daardoor afgesneden. Dit hoeft niet meteen een probleem te zijn, mits het lukt om bijvoorbeeld de spits of de aan de binnenkant spelende buitenspeler aan te spelen. De buitenspelers van de Duitsers zorgden dat ze zowel dicht bij de controleurs van Oranje stonden, alsmede de passlijn naar Ryan Babel, Quincy Promes en Memphis Depay eruit haalden. Met deze opzet slaagde Duitsland erin om Oranje geen moment in het spel te laten komen.
De 'diamant' van Duitsland in beeld. De middenvelders van Oranje worden in kleine ruimtes opgesloten, terwijl de buitenspelers van Duitsland ook de passlijnen naar Babel, Promes en Memphis afsnijden. In potentie liggen er mogelijkheden om één-tegen-één-situaties te creëren wanneer de back de buitenspeler kan bereiken.
Naast de ineffectieve manier van het opzetten van een aanval, had Oranje het defensief ook niet op orde. Voor het eerste doelpunt verloor Memphis bij de cornervlag de bal. Oranje stond niet aangesloten om druk te kunnen zetten, waarna in eerste instantie een goede reactie volgde: massaal terugtrekken richting eigen helft. Daar ging het echter mis. Matthijs de Ligt, Kenny Tete en De Roon liepen uit positie richting de rechterkant van het veld, de Duitsers verplaatsten de bal naar het midden en Virgil van Dijk stapte eveneens uit de laatste lijn, waardoor Timo Werner via een kaats - en een mooi schot - kon scoren: 1-0.
Ook voorafgaand aan de 2-0 kende Oranje problemen in de defensieve organisatie. Promes kreeg geen druk op Toni Kroos en De Roon, die de opdracht had om Sané in fase twee en drie te dekken, gaf Sané over aan zijn verdedigers. Het ging mis doordat Tete niet genoeg geknepen stond in de rug van De Ligt, al ging de Ajax-aanvoerder ook niet geheel vrijuit in zijn positionering. Na de 2-0 wees alles erop dat het een kansloze wedstrijd zou worden.
De defensieve problemen van Oranje voorafgaand aan de doelpunten: te makkelijk worden spelers uit positie gelokt en is de organisatie niet compact genoeg om passes door het centrum te kunnen verdedigen.
Oranje deed het na rust niet veel beter. De omzettingen van Koeman - één-op-één verdedigen en met De Jong vlak voor de defensie spelen - leverden niet het gewenste resultaat op. De Duitsers doken alsnog vaak gevaarlijk op voor het doel van Cillessen. Telkens ging er eenzelfde situatie aan vooraf als aan de doelpunten in de eerste helft: verdedigers en middenvelders van Oranje werden uit positie gelokt om daarna met sprints in de diepte voor gevaar te zorgen. Dit zijn kenmerken van defensieve organisaties die zich teveel focussen op de man in plaats van de ruimte. Dit gebeurde niet alleen in de verdediging, maar zelfs al bij het drukzetten voorin. Dit maakte het onmogelijk voor Oranje om grip op het duel te krijgen.
Bij Duitsland halen de buitenspelers de passes naar voren eruit (door goed te kijken wat er achter ze gebeurt). De buitenspelers van Oranje zijn figurant bij het verdedigen, waarna de middenvelders en verdedigers uit positie gelokt worden. In Foto 3 duidelijk te zien dat ook Babel Kimmich af had kunnen dekken, waar zowel Wijnaldum als De Roon de poorten centraal wijd open zetten.
Oranje mocht zich gelukkig prijzen dat het na 85 minuten spelen slechts met 2-0 achterstond. Daarmee behield de ploeg van Koeman zicht op resultaat, zéker na de aansluitingstreffer van Quincy Promes. Dit doelpunt kwam tot stand na een balverovering van De Roon, die zich positioneerde in de restverdediging in de rechter half-space: de zone waar hij eerder Kylian Mbappé en ditmaal Leroy Sané moest beletten van het opstarten van een counter. Niet veel later belandde een voorzet via invaller Tonny Vilhena en Van Dijk in het Duitse doel: 2-2.
Door het gelijkspel gaat Oranje met een dosis geluk naar de eindronde van de Nations League. Wanneer de ploeg van Koeman een serieuze kans wil maken op de beker, zal het aan de slag moeten gaan met het beter verdedigen van de (centrale) ruimtes in plaats van de directe tegenstander. Ook is het voor tegenstanders nog te makkelijk om Oranje ver van het doel te houden wanneer een elftal compact in de zone verdedigt. Daarmee blijven alleen snelle counters en opportunistische lange ballen als aanvalswapens over.
De @LaptoptrainerNL kijkt voor VoetbalPrimeur naar de belangrijkste wedstrijden in binnen- en buitenland en probeert op een begrijpelijke wijze de theoretische kant van het voetbal te belichten.