De Engelse prins William met premier May

De Brexit: Ajax en Feyenoord opgelucht, klappen voor NAC, Vitesse én PSV

5 december 2018 om 14:30
Laatste update: 5 december 2018 om 15:11

De makers van Football Manager 2017 hielden er al rekening mee en ook voor de 'echte' football managers wordt het een steeds realistischer scenario: de Brexit. Dat de plannen van Theresa May en consorten grote gevolgen hebben voor het Engelse voetbal, is wel duidelijk. Maar hoe zit het eigenlijk met de Eredivisie?

Hiervoor moeten we eerst de drie grootste problemen nalopen waar de Premier League mee te maken zal krijgen. Nu het Verenigd Koninkrijk nog lid is van de Europese Unie, kunnen de Engelse clubs zonder problemen spelers uit EU-landen halen. Dit proces zal binnenkort – misschien al vanaf maart 2019 – echter een stuk gecompliceerder zijn: ook spelers uit Nederland, België, Frankrijk of zelfs Ierland zullen aan strenge eisen moeten voldoen om een werkvergunning in Engeland te krijgen.

De BBC rekende afgelopen zomer al uit dat potentiële Premier League-aanwinsten pas in Engeland aan de slag mogen wanneer ze in de voorgaande twee jaren een bepaald percentage wedstrijden voor hun land hebben gespeeld. Dit percentage hangt af van de plek op de FIFA-ranking van het betreffende land: omdat Nederland momenteel niet tot de top-tien behoort, zou Matthijs de Ligt, Steven Bergwijn of Tonny Vilhena bijvoorbeeld de 45 procent moeten aantikken. Als de buitenlandse versterking hier niet aan voldoet, moet hij een bovengemiddeld salaris ontvangen voordat hij een werkvergunning krijgt.

Daarnaast heeft de FA maatregelen aangekondigd: als het aan de Engelse voetbalbond ligt, moeten Premier League-clubs binnenkort dertien in plaats van acht zelfopgeleide spelers in de selectie hebben. Engelse clubs probeerden dit probleem te omzeilen door aan de andere kant van het Kanaal naar talentvolle tieners te speuren: vroegtijdig aangetrokken spelers als Paul Pogba, Cesc Fabregas en Hector Bellerin, maar ook Patrick van Aanholt, Tim Krul, Tahith Chong en Nathan Aké gelden hierdoor als 'homegrown players'. De derde Brexit-kwestie komt echter om de hoek kijken: EU-burgers van jonger dan 18 zullen binnenkort niet meer naar Engeland mogen vertrekken.


(Patrick van Aanholt namens Crystal Palace in duel met Hector Bellerin van Arsenal)

Kort samengevat: wanneer premier May het veelbesproken Brexit-plan weet door te drukken, zullen Britse clubs het vizier nadrukkelijk op talent in eigen land moeten richten. In dat geval kan de vlag uit bij de Nederlandse top-drie. PSV, Feyenoord en Ajax raakten de afgelopen jaren regelmatig veelbelovende jeugdspelers kwijt aan Engelse clubs.

Landskampioen PSV zag het zestienjarige duo Ian Maatsen en Jayden Braaf afgelopen zomer naar respectievelijk Chelsea en Manchester City vertrekken. Eerder dit decennium transfereerde Van Aanholt naar Chelsea en trok Andreas Pereira naar Manchester United. Feyenoord moest spelers als Chong (Manchester United), Aké, Jeffrey Bruma (beiden Chelsea), Karim Rekik, Rodney Kongolo (beiden Manchester City) en Kyle Ebecilio (Arsenal) uitzwaaien.

Ajax zal de ontwikkelingen in het Lagerhuis helemaal vol spanning afwachten. Volgens cijfers van Transfermarkt hebben de Amsterdammers sinds 2010 afscheid moeten nemen van dertien jeugdspelers. Gyliano van Velzen en Timothy Fosu-Mensah (beiden Manchester United), Ki-Jana Hoever (Liverpool), Daishawn Redan (Chelsea) en Donyell Malen (Arsenal) probeerden het in de absolute Premier League-top. Kees de Boer (Swansea City), Darren Sidoel, Pelle Clement (beiden Reading) kozen voor het Championship en Timothy van der Meulen (Dundee United) besloot zelfs zijn geluk in Schotland te beproeven.


(Timothy Fosu-Mensah met oud-collega's Zlatan Ibrahimovic en Memphis Depay)

De naderende Brexit heeft ook een schaduwzijde, weten ze in Breda en Arnhem. NAC is dit seizoen weliswaar niet veel wijzer geworden van het samenwerkingsverband met Manchester City, maar zouden de Brabanders zich vorig seizoen ook gehandhaafd hebben zonder de gehuurde City-pareltjes Angelino, Pablo Mari en Manu Garcia?

Vitesse is sinds ruim acht jaar in Georgisch-Russische handen en heeft de afgelopen seizoenen een karrenvracht aan Chelsea-huurlingen mogen begroeten. Namen als Matej Delac, Ulises Dávila en Sam Hutchinson is iedereen allang vergeten, maar de Vitesse-fans hebben ook toppers in wording – normaal gesproken onhaalbaar voor Nederlandse subtoppers – als Van Aanholt, Nemanja Matic, Dominic Solanke en Mason Mount aan het werk mogen zien.


(Marcus Edwards, de 'mini-Messi' van Excelsior)

Als Groot-Brittannië zich eenmaal heeft afgescheiden van de EU, komen dit soort samenwerkingsverbanden onder druk te staan. Bovendien zullen in Engeland geboren talenten als Solanke en Mount (momenteel reserve bij Liverpool en verhuurd aan Championship-club Derby County, red.) vele malen interessanter worden voor Premier League-clubs. Hetzelfde geldt voor Excelsior-huurling Marcus 'mini-Messi' Edwards, die na dit seizoen weer bij Tottenham Hotspur aansluit. De Eredivisie ziet hem vrijwel zeker niet meer terug.

Een laatste Brexit-probleem voor de Eredivisie: het salaris voor spelers van buiten de EU. Als spelers met een Engels paspoort tot die categorie gaan behoren, moeten ze volgens de wet minstens 422 duizend euro per jaar gaan verdienen. Dit zou vooral voor PSV gevolgen hebben: de Australiër Trent Sainsbury en de Nieuw-Zeelander Ryan Thomas beschikken over een dubbel paspoort en hebben nu nog niet te maken met die salarisrestricties. Als het Britse parlement overstag gaat, dreigen de bankzitter en de herstellende van een zware knieblessure wel érg dure krachten te worden...