Van der Sar vertegenwoordigt Nederland: 'Misplaatst dat ik alleen aan Ajax denk'
Ajax-directeur Edwin van der Sar ziet de nabije toekomst van de Nederlandse vertegenwoordigers in de Europese competities rooskleurig in. Deze week kunnen Ajax, Feyenoord, PSV én AZ zich verzekeren van een plek in één van de twee Europese hoofdtoernooien.
Mede dankzij de Champions League-prestaties van Ajax haalde Nederland voldoende punten om als elfde op de coëfficiëntenlijst te eindigen, waardoor de Eredivisie-kampioen van 2020 waarschijnlijk direct de Champions League in mag. Van der Sar heeft er alle vertrouwen in dat er ook dit seizoen zo'n scenario zal komen. 'Het zou mooi zijn als het lukt dat vier Nederlandse clubs zich voor Europees voetbal weten te plaatsen. Dat biedt meer kansen om ook dit seizoen een mooi aantal UEFA-punten te verzamelen', schrijft hij in zijn column voor De Telegraaf.
Van der Sar hoop dat Nederlandse clubs na 2024, wanneer de opzet van de Champions League op de schop gaat, nóg meer zekerheid hebben op Europese wedstrijden. De oud-doelman is als afgevaardigde van de European Club Association betrokken bij het overleg tussen de topclubs. 'In die ECA vertegenwoordig ik Nederland weer. De kritiek dat ik alleen aan het belang van Ajax denk, is misplaatst', benadrukt hij. 'Ik zat ook in de ECA toen Ajax niet uitkwam in de Champions League en geen kampioen werd. Je moet nog altijd eerst kampioen worden in je eigen land.'
Vanaf het seizoen 2021/2022 zal er naast de Champions League en de Europa League een derde Europese clubtoernooi georganiseerd worden door de UEFA. Van der Sar juicht dit initiatief van harte toe. 'Voor Nederlandse clubs komt er meer zekerheid als in 2021 de derde competitie erbij komt. Dat biedt meer garantie op deelname aan Europees voetbal.'