Een duik in het hoofd van Ten Hag en zijn tactiek bij Ajax

Een duik in het hoofd van Ten Hag en zijn tactiek bij Ajax

15-01-2020 11:30 Laatste update: 12:06
71

Een bijna-onverslaanbare voetbalmachine met bij vlagen oogstrelend voetbal en een herkenbare stijl: Erik ten Hag heeft in twee jaar tijd bij Ajax laten zien dat hij een potentiële topclubtrainer is. Maar wat maakt hem anders dan andere trainers binnen de huidige Eredivisie? Een verhaal over lijnen op het veld, lange dagen op de club, Pep-invloeden en situatieve coaching.

Door Evert van Zoelen

Vraag de gemiddelde trainer in Nederland naar zijn filosofie en hij zal een slecht samenhangend verhaal beginnen over 4-3-3 en ‘uitgaan van eigen kracht’ en er daarna enkele containerbegrippen ingooien als ‘dominant en aanvallend voetbal’. Niet Erik ten Hag. Wie met de Ajax-trainer in gesprek gaat over voetbal krijgt een duidelijke uiteenzetting over de verschillende fases in de wedstrijd, het gebruik van halfspaces en het belang van een goede restverdediging te horen.

Speelwijze

Geen 4-3-3 als uitgangspunt
Waar menig trainer in Nederland kiest tussen '4-3-3 met de punt naar voren' of '4-3-3 met de punt naar achteren' laat Ten Hag bij zijn aanstelling als trainer bij Utrecht zien dat hij er anders over denkt. Hij schuift het 4-3-3 opzij en laat zijn elftal vooral in een 5-3-2 of in een 4-4-2 ruit acteren. Ook na zijn overstap naar Ajax, waar het 4-3-3 heilig verklaard is, kiest Ten Hag voor een andere veldbezetting. Op papier wordt er vanuit een 4-2-3-1 (een '4-3-3 met de punt naar voren') gespeeld, maar in de praktijk wordt de opstelling losgelaten en lijkt de veldbezetting het meest op iets in de buurt van een 3-1-5-1.

Zelf zegt Ten Hag hierover in een interview met VI: "De kwaliteiten van de spelers bepalen de speelwijze. Eén systeem is in het huidige voetbal sowieso niet meer van toepassing, die tijd ligt ver achter ons. Het draait in het moderne topvoetbal om spelopvattingen bij balbezit, bij balverlies en in de omschakeling. En daarin moet je ook kunnen variëren."


(In de bekerfinale van 2016 treedt FC Utrecht onder Ten Hag aan in een 4-4-2 ruit)


(Ten Hag treedt als trainer van FC Utrecht met een 5-3-2 systeem aan tegen Ajax)

Zonedekking
Ernst Happel zei ooit: 'Als je man-op-man dekt, stuur je elf ezels het veld in.' In het internationale topvoetbal is vrijwel elke trainer opgestapt op deze manier van verdedigen, waarbij vooral de ruimtes op een collectieve manier worden afgesloten in plaats van dat elke speler verantwoordelijk is voor zijn eigen tegenstander.

Daarentegen wordt in de Eredivisie in het merendeel van de gevallen nog mandekking gehanteerd. Dit is deels te verklaren doordat de meeste teams in Nederland 4-3-3 spelen. Als beide teams dit systeem hanteren dan is in principe de makkelijkste optie om 'koppeltjes' op het middenveld te maken en iedere speler verantwoordelijk te maken voor een directe tegenstander.

Bij FC Utrecht kiest Ten Hag als één van de weinige Nederlandse trainers voor zonedekking. Vanuit de 4-4-2 ruit komt de aanvallende middenvelder tussen de spitsen te spelen zodat Utrecht met drie spelers voorop druk zet. In een interview met De Voetbaltrainer zegt Ten Hag hierover: "Cruciaal is dat zij er met z’n drieën voor zorgen dat de passlijnen naar de middenvelders van de tegenstander worden afgeschermd." De verdedigende middenvelder moet dan op zijn beurt de passlijn naar de spits eruit halen, totdat er een drukmoment is waarop het hele elftal gezamenlijk doorstapt.

Bij Ajax lijkt Ten Hag toch weer ietwat richting het man-georiënteerd verdedigen te zijn geschoven. In principe is dat logisch, Ajax heeft immers bij het merendeel van de wedstrijden betere spelers dan de tegenpartij waardoor man-op-man verdedigen juist een voordeel kan zijn. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat Ajax niet met 'pure' mandekking speelt. De spelers van Ajax verdedigen allemaal vanuit hun eigen zone, wanneer er een tegenstander zich in die zone opstelt gaan de spelers van Ajax over op mandekking. Loopt de tegenstander weer weg uit de zone, dan geven ze hem over aan een medespeler.


(Martínez heeft geen tegenstander in zijn zone dus dekt de ruimte af)


(Even later zijn er vrij duidelijke man-oriëntaties te zien)

Het gebruik van halfspaces
Een Nederlandse trainer die het in een interview na afloop van een Champions League wedstrijd heeft over de ‘bezetting in de halfruimte’. Een jaar of vijf geleden was dat nog ondenkbaar, vandaag de dag is het de realiteit.

(De halfspaces, of halfruimtes, zijn de theoretische verticale banen op het veld die tussen het centrum en de vleugels in liggen.)

Lijnen op het veld schilderen
Bij zijn aantreden in Utrecht liet Ten Hag deze lijnen aanbrengen op het trainingsveld. Niet om hele tactische verhalen tegen de spelers te kunnen houden, maar om de oriëntatie van de spelers op het veld te vergroten. Hoe ver moet een speler naar binnen komen tijdens het knijpen bijvoorbeeld? En welke ruimtes moeten de voorste drie spelers afschermen om de tegenstander naar de zijkant toe te dwingen?

Ook aan de bal hebben de lijnen een functie. Ten Hag zegt hierover tegen De Voetbaltrainer: "We willen graag een overtal creëren op het middenveld, maar wel altijd gestaffeld, met diagonale passlijnen en driehoeken. Belangrijk daarvoor is dat er altijd één of twee spelers diepte kiezen of daar in elk geval mee dreigen, zodat er achter hen ruimte ontstaat. Die lijnen staan er niet in wedstrijden, maar mijn ervaring is dat spelers wel meer gevoel krijgen voor bepaalde situaties."

Bij Ajax is het gebruik van halfspaces vooral zichtbaar in de positionering van de buitenspelers en de backs. Ten Hag ziet graag zo veel mogelijk spelers in het centrum en de halfspaces en de breedte wordt in eerste instantie maar door één speler aan elke kant bewaakt. Alleen als er een overtal gevormd kan worden bewegen meer spelers naar de buitenkant. 

De backs van Ajax passen daarom constant hun positie aan op de positie van de buitenspeler voor hen: staat de buitenspeler breed dan blijven zij aan de binnenkant, gaat de buitenspeler naar binnen dan bewegen de backs weer terug naar de zijkant.


(Het gebruik van halfspaces: Speler 1 en 3 staan aan de binnenkant, terwijl speler 2 en 4 in de buitenste lijn staan. Dit zorgt ervoor dat er betere (diagonale) afspeelmogelijkheden zijn)

(De buitenspeler gaat naar de binnenkant, dan gaat de back naar de buitenkant)

Hierin is ook vooral de koppeling te zien tussen Ten Hag en andere internationale (top) trainers. De tijd van buitenspelers met krijt aan de schoenen die acties moeten maken en vooral veel voorzetten moeten geven is voorbij. De meeste trainers proberen juist het centrum en de bijbehorende halfspaces te benutten en kiezen ervoor om de breedte van het veld maar door één speler te laten bewaken. Verdedigend wordt eigenlijk overal gekozen om het centrum af te dekken en de tegenstander naar buiten toe te dwingen.

Daarnaast zijn de omschakelmomenten steeds belangrijker geworden. Wanneer een team aan het aanvallen is, is het dus belangrijk dat er een aantal spelers achter de bal blijft (de restverdediging) die het centrum afdekken. En op het moment van balverovering moet een elftal in staat zijn om meteen een tegenaanval op te zetten. Tijdens dit soort omschakelingen komen weer die halfspaces ter sprake, omdat de meeste counters namelijk binnen deze ruimte (halfspace-centrum-halfspace) geplaatst worden.

Invloed Guardiola op Ten Hag
De invloed van Pep Guardiola op Ten Hag (de twee werkten samen bij Bayern München) is hierin ook goed terug te zien. De Spaanse succestrainer is één van de trainers die begon met het beheersen van de halfspaces en zoveel mogelijk spelers in het centrum te zetten om op die manier wedstrijden te controleren. Aan de ene kant in balbezit, om zoveel mogelijk door het centrum op te bouwen. En anderzijds in de omschakelingen om meteen druk op de bal te krijgen na balverlies. Iets wat bijvoorbeeld zowel Ten Hag als Guardiola doet is het naar binnen laten komen van de backs, om daarmee een extra speler in het centrum te creëren.



Het grootste verschil tussen Pep en Ten Hag is dat Guardiola als basisformatie een 2-3-2-3 opstelling hanteert in de opbouw. De invulling van die positie kan op verschillende manieren worden gevormd. De twee achterop zijn meestal twee centrale verdedigers. De drie daarvoor kunnen ofwel uitzakkende middenvelders zijn, ofwel backs die aan de binnenkant spelen. De twee daarvoor zijn meestal twee middenvelders zijn (denk aan Silva en De Bruyne), maar kunnen ook buitenspelers zijn die naar binnen zijn getrokken. De voorste drie bestaan uit de spits en ofwel hoogstaande backs, ofwel buitenspelers die het veld breed houden.

Ten Hag kiest bij Ajax vaker voor een 3-1-5-1 als veldbezetting, wat aan de ene kant een directer spel oplevert, maar ook kwetsbaarder kan zijn in de omschakeling omdat er dikwijls minder spelers achter de bal staan om meteen weer druk te zetten.


(Een voorbeeld van een 2-3-2-3-formatie uit de wedstrijd van FC Barcelona tegen Real Madrid (0-0). 2: Lenglet en Pique, 3: De Jong, Rakitic, Sergi Roberto, 2: Messi en Griezmann, 3: Alba, Suarez, Semedo)

Periodisering en hele dagen op de club
Ten Hag gelooft niet in het 'trainen om fit te blijven'. Tegen De Voetbaltrainer zegt hij hierover: "Topsport is grenzen verleggen. Daarbij past in mijn ogen niet een al te veilig periodiseringsmodel. Periodiseren om 'heel te blijven' is iets heel anders dan periodiseren om je als topsporter te ontwikkelen, sterker te worden, beter te worden."

Waar de meeste Eredivisie-teams 's ochtends trainen waarna de spelers vrij hebben, maken spelers onder Ten Hag meermaals dagen van 9 tot 18 op de club. Naast de dagelijkse training is er zo veel tijd over voor het bekijken van videobeelden of het werken aan individuele verbeterpunten.

Ook tijdens de oefeningen zelf is Ten Hag veeleisender van zijn spelers dan de meeste Eredivisie-trainers. In plaats van de vaak gekozen 'begeleidende coaching' (het roepen van aanwijzingen/complimenten tijdens het spel) kiest Ten Hag voor veel 'situatieve coaching' (het stilleggen van het spel op het moment dat een bepaalde situatie zich voordoet).

Hierover zegt Ten Hag: "Tijdens zulke vormen leg ik spelers telkens uit wat ik van ze verwacht als de bal zich op een bepaalde plek op het veld bevindt. Hoe sta je ten opzichte van elkaar? Waar liggen de oplossingen? Het vergt in mijn beleving tijd om zoiets erin te krijgen."



What’s next voor Ten Hag?
De resterende vraag die dan interessant is is naar welke club Ten Hag zou kunnen gaan. Mocht Ten Hag er na dit jaar voor kiezen om Ajax te verlaten, dan is een één-tweetje met het al geïnteresseerde Bayern München snel gemaakt. Aan de ene kant vanwege de spelopvatting van Ten Hag: aanvallend en verzorgd voetbal, maar niet opbouwen om het opbouwen.

Bayern heeft in het afgelopen decennium geprobeerd om echte Bayern-filosofie te creëren en heeft daar toen specifiek trainers als Van Gaal en Guardiola voor aangesteld. De laatste jaren ebt die manier van spelen weer wat weg, deels door de invloed van de trainer, deels door de afname van de kwaliteit in het spelersmateriaal. Ten Hag zou de trainer kunnen zijn die doorselecteert en van Bayern weer een echte internationale topploeg maakt, net zoals hij met Ajax heeft gedaan.



Daarnaast ligt de manier van spelen die Ten Hag bij Ajax hanteert dicht bij de manier waarop Bayern speelt in de Bundesliga. Aanvallend gezien het centrum benutten en de flanken gebruiken wanneer nodig. Verdedigend gezien hoog drukzetten, nadruk leggen op compactheid en spelen vanuit man-oriëntaties.

Conclusie
Door zijn spelopvattingen is Ten Hag de aanvoerder van een 'nieuwe' generatie Nederlandse trainers. Bij Ten Hag is het 4-3-3 niet heilig en hij wil vooral het centrum domineren. Daarnaast maakt hij gebruik van de beruchte halfspaces (halfruimtes) om zijn spelers van extra oriëntatiepunten te voorzien in zowel het aanvallen als het verdedigen en prefereert hij verdedigen vanuit de zone over verdedigen vanuit de man. Hoe de carrière van Ten Hag precies gaat lopen is natuurlijk nooit te voorspellen, maar op dit moment ziet zijn toekomst er veelbelovend uit.