Amsterdammer Anderson van failliete boedel naar debuut tegen Juve: "Ein-de-lijk"
Djavan Anderson moest zichzelf maandagavond in de arm knijpen. De 25-jarige Amsterdammer vertrok in 2014 bij Ajax, belandde via AZ, SC Cambuur, Bari en Salernitana bij SS Lazio en mocht uitgerekend tegen Juventus zijn basisdebuut maken namens de Romeinen.
Anderson was dit seizoen al vier keer ingevallen in de Serie A, maar mocht tijdens de kraker in Turijn ruim een uur op het veld staan. "Pas vlak voor de wedstrijd hoorde dat ik zou gaan starten", vertelt hij The Day After aan het Algemeen Dagblad. "Ik ben ein-de-lijk op de plek waar ik mijn hele leven al wilde zijn."
Hiervoor heeft hij een grote omweg af moeten leggen: het is nog relatief kort geleden dat hij bij een failliet verklaarde club zat. Tijdens een trainingskamp 'in the middle of nowhere' werd hij verrast door de Bari-directeur. "We zijn failliet, ik voel me niet meer verantwoordelijk voor jullie, dus zie maar hoe je thuis komt. En toen was-ie weer weg. Iedereen moest in paniek buskaartjes en vliegtickets voor zichzelf regelen, het was echt bizar."
Ook bij Lazio ging het aanvankelijk niet vanzelf: Anderson werd verhuurd aan Salernitana, was bij terugkeer geen onderdeel van de selectie en moest voor zichzelf trainen. "Twee keer per dag ging ik extra de gym in, ik at en sliep op de club. Ik deed álles om te laten zien dat ik wilde knokken. En dat werkte." De Nederlander wist zijn medespelers en trainer Simone Inzaghi namelijk te overtuigen. Ik stond daar tussen alle grote namen en tijdens de partijvorm was ik zó goed, niet normaal. Na de training zeiden mijn goede vriend Ciro Immobile (gedeeld Serie A-topscorer met Cristiano Ronaldo, red.) en andere spelers: waarom traint Djavan niet altijd met ons mee?"