Chelsea en Manchester United grijpen derde en vierde Champions League-ticket
Manchester United en Chelsea hebben zondag op de laatste speeldag van de Premier League de laatste twee Champions League-ticket gepakt door zeges op respectievelijk Leicester City en Wolverhampton Wanderers. Leicester valt daardoor buiten de boot.
Manchester United en Leicester City maakten zondag in het King Power Stadium uit wie het begeerde Champions League-ticket zou pakken in de Premier League. Uiteindelijk trok de ploeg van manager Ole Gunnar Solskjaer aan het langste eind.
Een recordpenalty van Bruno Fernandes - de veertiende voor United dit seizoen - bleek doorslaggevend: 0-1. In de achtste minuut van de blessuretijd maakte Jesse Lingard er nog 0-2 van door een blunder van Kasper Schmeichel.
United verzekert zich door de zege van deelname aan de Champions League én een startpremie van een slordige vijftien miljoen euro. Dat bedrag kan bij Europese successen snel oplopen. Voor Leicester City, dat na de Premier League-herstart nog maar acht punten pakte, rest de veel minder lucratieve Europa League.
Chelsea gaat als nummer 3 van Engeland naar de Champions League. Wolverhampton Wanderers kon de nieuwe club van Hakim Ziyech niet het hoofd bieden en werd op een 2-0 nederlaag getrakteerd door goals van Mason Mount (ex-Vitesse) en Olivier Giroud.
Tottenham Hotspur gaat net als Leicester City de Europa League in, nadat de ploeg van José Mourinho een punt pakte tegen Crystal Palace (1-1). Dat was genoeg, omdat Wolverhampton Wanderers verloor van Chelsea. Wolves is nu afhankelijk van Arsenal: als The Gunners volgende week tegen Chelsea de FA Cup winnen, pakken zij het Europese ticket af van Wolves.