Ajax op rapport: routiniers scoren het hoogst, onvoldoende voor doelpuntenmaker
Ajax hoort bij de beste zestien clubs in de Europa League. Comfortabel was het geen moment tegen Lille OSC, maar de Amsterdammers trokken de voorsprong uit de eerste ontmoeting wél over de streep in de Johan Cruijff Arena: 1-2. VoetbalPrimeur maakt rapport op van een veelbewogen avond.
Maarten Stekelenburg - 7: na vijf minuten waren de handschoenen van Stekelenburg al viezer dan vorige week. Toch hoefde hij alleen op de penalty van Lille het antwoord schuldig te blijven. De doelman is met zijn rust een belangrijke factor voor jonge honden als Rensch en Timber.
Devyne Rensch - 6,5: net als vorige week sprintte Rensch in de zesde versnelling naar voren als Ajax in de aanval was. Het leverde hem een grote kans op. De geblesseerde Noussair Mazraoui moet serieus vrezen voor zijn plek als zijn achttienjarige concurrent zo doorgaat.
Jurriën Timber - 6: het was niet altijd makkelijk voor Timber, die grote ruimtes moest bespelen en ook soms ook niet werd geholpen door de druistige Martínez naast hem. Kreeg terecht geel na een tackle op Yusuf Yazici.
Lisandro Martínez - 5: nadat hij in Lille de beste man op het veld was, ging het donderdagavond een stukje moeizamer. Martínez redde Ajax weliswaar na drie minuten op de doellijn, maar stapte vaak te agressief uit én deed Lille een penalty cadeau.
Daley Blind - 6: al het hele jaar maakt Blind veel indruk, als centrale verdediger, verdedigende middenvelder én linksback. Op de plek waar hij ook bij Oranje speelt, was Blind nu minder overtuigend. Door het systeem van Lille lag het vaak open aan zijn kant.
Edson Álvarez - 6: verdedigend deed Álvarez zijn werk, maar aan de bal stokte het, waardoor Ajax de bal nooit lang in de ploeg wist te houden. Meer dan eens moest de Mexicaanse controleur de problemen oplossen die hij zelf had veroorzaakt.
Ryan Gravenberch - 5,5: keerde terug van een schorsing en wist, in tegenstelling tot zijn laatste optredens in Europa, het spel niet echt naar zich toe te trekken. Veel simpele dingen gingen fout. Toeschouwer Frank de Boer zal het hebben genoteerd in zijn Oranje-boekje.
Davy Klaassen - 7: niet heel erg aanwezig, maar zó belangrijk. Klaassen opende na een kwartier de score door slim vrij te lopen en de bal feilloos achter Lille-doelman Mike Maignan te koppen. Na rust was hij cruciaal in het drukzetten.
Antony - 4,5: statistisch is het debuutseizoen van Antony een groot succes, maar ook in de return tegen Lille viel zijn spel vies tegen. Vrijwel elke actie verliep niet zoals hij zelf had bedacht. Na 55 minuten liep hij balend naar de bank.
Dusan Tadic - 7: in de Eredivisie staat er geen maat op hem, maar óók in Europa is Tadic goud waard. Door het matige veldspel van zijn ploeg stond hij op een eilandje, maar de assistkoning van Ajax maakte er toch het beste van.
David Neres - 5: sinds hij terug is van een lange blessure is er amper een moment geweest dat Neres wist te imponeren. Ook tegen Lille lukte er héél weinig bij de Braziliaan, die wél op elk moment kan scoren. En dat gebeurde ook, vlak voordat hij werd gewisseld.
Invallers
Brian Brobbey - 7: kwam na 54 minuten in het veld voor Antony en kan terugkijken op een goede invalbeurt. Als aanspeelpunt bracht hij Klaassen en Tadic in stelling én gaf hij Neres een niet te missen kans.
Oussama Idrissi - x: kwam na 87 minuten in het veld voor Neres en speelde te kort voor een beoordeling.
Mohammed Kudus - x: kwam na 90 minuten in het veld voor Gravenberch en speelde te kort voor een beoordeling.
Trainer
Erik ten Hag - 6: Het was voor Ajax zaak om de bal lang in de ploeg te houden, zodat Lille niet in zijn kracht zou komen in de tegenaanval. Dat lukte geen moment. Maar de winnende trainer heeft altijd gelijk en het inbrengen van Brobbey bleek een gouden greep.
(Ruben Winkels/VoetbalPrimeur)