Ajax in eigen huis ten onder tegen PSV

In de competitie van de verrassende uitslagen lijkt dit seizoen niets onmogelijk. Uit de prestatie die PSV woensdag echter leverde, viel niet af te leiden dat de kampioen voor een inzinking als in de vorige voetbaljaargang staat. PSV gaf toen een voorsprong van elf punten uit handen, maar eiste op de slotdag uiteindelijk toch nog de titel op.

PSV vertrouwde tegen Ajax op een solide defensie en was dodelijk in de snelle tegenstoot. Het was overigens niet dat Ajax geen kansen kreeg om de tegenstander pijn te doen. Luis Suarez (2) en Klaas-Jan Huntelaar misten uitstekende mogelijkheden op een doelpunt. Balasz Dzsudzsak en Otman Bakkal waren namen PSV wel koelbloedig. Daardoor zullen ze zich bij het al jaren onrustige Ajax de komende weken wel weer afvragen hoe het komt dat ook dit seizoen weer dreigt te mislukken.

Voorzitter John Jaakke van Ajax had half december geen goed woord over voor de stakende politieagenten die de wedstrijd tegen PSV onmogelijk maakten. Een blik de huidige basisformaties van beide clubs leerde echter dat vooral de Amsterdamse club niet meer mag klagen over het verlate tijdstip van de topper. Trainer Adrie Koster van de thuisclub begon met vier spelers die op 15 december nog niet beschikbaar waren. Thomas Vermaelen en Edgar Davids waren toen geblesseerd. Kenneth Perez en Bruno Silva speelden nog voor PSV en FC Groningen.

Sef Vergoossen van PSV had half december gewoon kunnen beschikken voor spelmaker Ibrahim Afellay, die nu wegens een schorsing ontbrak. De Limburgse oefenmeester kon voor de korte winterstop geen beroep op Balasz Dzsudzsak doen. Uitgerekend de van Debrecen overgekomen Hongaar maakte in de eerste helft het verschil. Hij kreeg in de 41e minuut de bal voor zijn favoriete linkerbeen en verraste doelman Maarten Stekelenburg met een schot van buiten het strafschopgebied in de benedenhoek (0-1). Het was alweer het derde doelpunt in deze maand van de laatste vrucht van de roemruchte scoutingsstaf van de landskampioen.

Tot de openingstreffer vermaakten beide clubs de toeschouwers in de uitverkochte ArenA met een boeiend voetbalgevecht. PSV liet het balbezit aan Ajax, dat voor rust een grote kans en twee mogelijkheden kreeg. Suarez was in de zevende minuut na een goede combinatie met Klaas-Jan Huntelaar dichtbij de openingstreffer. Diezelfde Huntelaar en Heitinga konden doelman Gomes niet met een kopbal te passeren. PSV was tot de openingstreffer dreigend met snelle counters. Het gevaar van de landskampioen leidde aanvankelijk niet tot kansen. Omdat Dzsudzsak in de 41e minuut vanaf zo'n twintig meter raakschoot, mocht de koploper toch comfortabel gaan rusten.

Zowel Koster als Vergoossen verraste met de basisopstellingen. De coach van Ajax passeerde linksback Urby Emanuelson. Vergoossen gunde controlerende middenvelder Edison Mendez voor het eerst een basisplaats. Niet Ismaïl Aissati maar Otman Bakkal nam de plaats van de geschorste spelmaker Afellay in. Ajax verhoogde na rust de druk op de defensie van de tegenstander. Huntelaar was in de 64e minuut dichtbij de gelijkmaker. Suarez miste in de 68e minuut oog in oog met doelman Gomes. Otman Bakkal hield in de 73e minuut wel het hoofd koel en bezorgde Ajax de zoveelste teleurstelling in een tot dusver uiterst teleurstellend seizoen. Edgar Davids botvierde zijn frustraties in de slotminuut op de benen van Mendez. De aanvoerder van Ajax, nog geen schim van de succesvolle middenvelder van weleer, kreeg terecht de rode kaart en ontbreekt zondag tegen Feyenoord.