'Ik wilde zó graag weer leven, dat ik nauwelijks aan de dood dacht'

Henk de Jong kijkt terug op een bewogen 2023. De trainer werd in maart geopereerd aan een cyste van twintig milimeter doorsnee in zijn hersenen. Inmiddels is hij volledig genezen, én weer trainer van zijn geliefde Cambuur. 

Als De Jong in gesprek met de NOS terug denkt aan afgelopen jaar, schiet hij toch even vol. Praten over die periode, die hij naar eigen zeggen 'diep heeft weggestopt' valt hem zwaarder dan hij vermoedde. "Als de operatie verkeerd uit zou pakken, wilde ik maar één ding: dat ik niet gezeurd had. Dat ik niet vervelend had gedaan tegen wie dan ook." 

Sinsd eind 2021 kampte de voetbalman met 'onverklaarbare klachten': dubbel zien, geen gevoel in zijn neus, in herhaling treden en gedesoriënteerd zijn. Naar eigen zeggen bracht hij 21 uur per dag in bed door. "De rest van de tijd was ik er wel en tegelijkertijd ook weer niet. Echt, ik had geen leven." Uiteindelijk bleek een cyste in zijn hersenen de oorzaak van zijn klachten. Die werd in het voorjaar operatief verwijderd met een risicovolle ingreep.

Bang voor de dood is De Jong nooit geweest, al dacht hij wel aan hoe het leven voor zijn vrouw en kinderen eruit zou komen te zien. "Maar ik wilde zó graag weer leven, dat ik nauwelijks aan de dood dacht. Ik ben ook geen moment zenuwachtig geweest voor die operatie." Met de chirurg van dienst praatte De Jong vlak voor de ingreep eerst nog even 'gezellig' over Cambuur. "Toen zei ik tegen hem: hup, we gaan los! Zo ben ik erin gegaan."

En nu? "Ik geniet. Iedere dag weer. Volgend jaar word ik zestig, zoveel tijd heb ik niet meer. Ik hoop zo lang mee te gaan als het maar kan. Ik sta weer op het veld met de jongens en steun daarnaast lotgenoten die met hetzelfde probleem kampen. Weet je, ik heb het allermooiste leven dat er bestaat. Zelfs dit weer kan mijn goede humeur niet verpesten. Misschien klinkt het vreemd, maar in zekere zin is die ziekte een verrijking voor mij gebleken."