AZ schiet RKC in slotfase aan flarden
Ronnie Vermonden
WAALWIJK
Vooral over het spitsenkoppel Moussa Dembélé en Mounir El Hamdaoui hoeft trainer Ronald Koeman zich geen zorgen te maken. Zij waren de voornaamste plaaggeesten voor de RKC-achterhoede.
AZ leunde zaterdagavond in het Mandemakers Stadion op de kwaliteiten van de aanvallers, iets wat in het (recente) verleden al goed is bevallen. Zo zocht AZ na de valse competitiestart bij Heracles Almelo (3-2 nederlaag, red.) vorige week nog naar het goede gevoel. Tegen Sparta Rotterdam bezorgden Dembélé en El Hamdaoui de mannen van Koeman weer wat vertrouwen door de doelpuntenproductie te verdelen (AZ won met 2-0).
Waar de Belg vorig seizoen regelmatig als aanvallende middenvelder diende in de ploeg van Louis van Gaal, zo geeft Koeman hem het vertrouwen als één van de twee spitsen en dat betaalt hij vooralsnog uit. Net als El Hamdaoui zorgde hij voor constante dreiging bij de Waalwijkse doelmond. Dat gebeurde na een kalme openingsfase pas voor het eerst na zo'n kwartier spelen. De eerste speldenprik voelde voor RKC echter direct als een wespensteek. De Waalwijkers waren minimaal gelijkwaardig aan de titelhouder, tot Dembélé uit het niets de vrijgelopen El Hamdaoui bediende: 0-1.
Hoewel de thuisploeg zich niet gewonnen gaf, kwam AZ niet in de problemen vanaf die treffer. Alleen Fred Benson had de Alkmaarders pijn kunnen doen. De RKC-spits verzuimde een riante kopkans tegen de touwen te koppen.
AZ had minder moeite met het benutten van de kansen. In de 52ste minuut haalde Dembélé zelf de trekker over. Vanuit een lastige hoek mikte hij het leerwerk in de kruising.
Hierna was het hek van de dam. AZ liet voor het eerst dit seizoen zijn klasse zien en combineerde er lustig op los. Dat leidde in de laatste twintig minuten tot goals van achtereenvolgens El Hamdaoui, Maarten Martens (tweemaal) en invaller Jeremain Lens.