Kesler: "Niet aan KNVB clubs in stand te houden"

Haarlem is de eerste club die verdwijnt in de regeerperiode van Kesler. Hoewel die op zijn eind loopt, bestaat de mogelijkheid dat de Roodbroeken niet de laatste waren. Negen clubs zitten in categorie 1 en staan onder curatele. BV Veendam balanceert al op de rand van de afgrond.

"Toch reken ik erop dat we het seizoen afmaken met 37 profclubs", zegt Kesler in een interview met De Telegraaf. "Bij een eerstedivisieclub knaagt het omvallen van een sponsor van 100.000 euro al aan het bestaansrecht. In de Jupiler League is het midden- en kleinbedrijf ook veel actiever en juist daar slaat de economische crisis hard toe."

Het wegvallen van Haarlem heeft Kesler niet geraakt. "Weet je wat ik sneu vind? Dat FC Oss door het verdwijnen van Haarlem onderaan staat in de Jupiler League. Cynisch zoiets te moeten constateren. Terwijl in Oss een gezond beleid wordt gevoerd."

Een keer houdt het op, dat is wat de directeur eigenlijk zeggen wil. Kesler: "Wij houden clubs in de gaten, maar zij voeren beleid. Heel lang denk je mee, maar als iedereen z'n handen ervan aftrekt, is het niet aan de KNVB om een club met geld in stand te houden. Lang heeft de KNVB compassie getoond, maar omdat Haarlem geen toekomst meer had, was de club gedwongen het faillissement aan te vragen."

Het financiële beleid bij sommige clubs is om te huilen. Kesler pleit in het interview voor maatregelen. "Je komt clubs tegen die de te verwachten uitgaven begroten in plaats van inkomsten. Daar kun je om lachen; sommige clubs proberen het echt. Bij wanbeleid moeten we niet langer schromen om beleidsmakers te royeren terwijl de licentie moet worden ingetrokken bij het voeren van een schaduwboekhouding."

"Hoewel ik niet in een gentleman's agreement geloof, moeten we misschien afspreken dat slechts een bepaald percentage van de inkomsten uitgegeven mag worden aan salarissen", gaat Kesler verder. "Die salarissen zijn uit de hand gelopen. Waarmee ik geen voorstander ben van de Balkenende-norm. Dat is symboolpolitiek."

De Eredivisieclubs komen in februari bijeen. Zij zullen dan gaan praten over de financiële inkrimping. "Hopelijk kijken de clubbestuurders eens goed in de spiegel. Ze hebben elkaar gek gemaakt, maar moeten stoppen met hun 'ratrace', hun verantwoordelijkheid nemen en gedegen beleid gaan voeren", vindt Kesler.