Ajax klopt Dinamo Zagreb en mag weer hopen
Ajax vervolgt de belangrijkste competitie voor Europese clubteams over twee weken met een thuiswedstrijd tegen de kampioen van Kroatië. Daarna volgt een bezoekje aan Olympique Lyon en laatste optreden tegen het dan waarschijnlijk allang gekwalificeerde Real Madrid.
Ajax nam na enkele slordige openingsminuten het initiatief maar verzuimde snel afstand te nemen. Vooral Siem de Jong mocht het zich aanrekenen dat zijn club met een gelijke stand (0-0) ging rusten. De vervanger van de geblesseerde centrumspits Kolbeinn Sigthorsson miste na elf minuten een enorme kans op de openingstreffer toen doelman Ivan Kelava de bal na een vrije trap van Jan Vertonghen niet onder controle kreeg.
Hij schoot echter naast, zoals hij later in de eerste helft in kansrijke positie de bal ook niet tussen de palen kreeg. De Jong had vlak voor rust ook pech dat de Duitse scheidsrechter Manuel Grafe niet voor een strafschop floot nadat de doelman van de thuisclub hem torpedeerde.
Bij Ajax was Gregory van der Wiel terug na een schorsing. De rechtsback, de laatste weken niet best op dreef, stapelde vooral in het eerste bedrijf fout op fout. Hij verdedigde niet alleen slordig maar kwam ook als hij alle ruimte had niet tot een fatsoenlijke voorzet. Dinamo Zagreb kwam vooral in de problemen als Ajax over de linkerflank aanviel. Domagoj Vida, de rechtsback van de thuisploeg, bleef vaak het antwoord schuldig als Derk Boerrigter demarreerde. De afgelopen zomer van RKC Waalwijk overgekomen buitenspeler schoot voor rust nog tweemaal gehaast over. Hij was vlak na rust wel koelbloedig toen hij in stelling werd gebracht door Miralem Sulejmani: 0-1.
Theo Janssen (alleen voor de doelman) en De Jong (paal) hadden Ajax op een grotere voorsprong moeten brengen voordat Christian Eriksen het duel in de slotminuut definitief besliste.