Op de perstribune
Een wedstrijd begint voor de media niet bij de aftrap, zoals je misschien zou denken. Uiteraard is er een hele organisatie vereist om een wedstrijd in goede banen te leiden, maar dat aspect zullen we vandaag niet belichten. Wel krijg je een kijkje achter de schermen waar journalisten hun werk doen. In deze tweedelige serie bekijken we eerst wat er nou eigenlijk allemaal gebeurt op de perstribune. In deel twee bekijken we de media buiten de wedstrijden.Voor de wedstrijdHet verschil in voorbereiding op een wedstrijd verschilt enorm. Voor alle WK duels is in het mediacentrum van alles te doen en te vinden. Niet alle journalisten zitten daarop te wachten. Hoe bekender je bent, des te later je in het stadion aankomt. Echte toppers van de landelijke media komen vaak op het laatste moment binnen. De mindere goden zitten vaak al bij de warming up op hun plaats. Een vaste plaats hebben de mensen op de perstribune niet. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Van één van de vele vrijwilligers die meewerken aan NeXXt krijgt men op de perstribune de opstellingen aangereikt. Je dacht toch niet dat alle journalisten hun spelerskennis en statistieken uit het blote hoofd halen? Op de opstellingslijst staan alle gegevens van de elftallen die in actie zullen komen. Opstelling binnen, plekje uitgezocht, klaar om uit te pakken. Vrijwel alle journalisten beschikken en werken op een notebook. Daarnaast hebben de meeste persvertegenwoordigers een klein notitieblokje naast zich liggen waar de belangrijke en opvallendste momenten kunnen worden genoteerd. De persplaatsen in alle stadia zijn van alle gemakken voorzien, behalve wat bewegingsruimte. Elke 80cm brede perszitplaats is voorzien van stroom- en internetverbinding en indien gewenst een telefoon. 3371Het duel begintHet eerste fluitsignaal klinkt. Voor de meeste journalisten is de tijd waarin gespeeld wordt de rustigste. Het enige wat men doet is kijken naar de wedstrijd en af en toe wat noteren. Een enkeling typt al in de eerste minuten de intro van zijn verhaal, om het later alleen nog te complementeren met de belangrijkste wetenswaardigheden van het duel. Het gros van de media wordt pas tegen het einde van de eerste helft wakker. De notebooks worden in gereedheid gebracht en het verhaal krijgt een voorlopige vorm. Ongeveer de helft van de journalisten gebruikt de rust ook echt als rust. Voor de andere helft is het een kwartier lang tikken en schrappen. Wanneer de tweede helft begint keert de rust weder en zijn alle ogen weer gericht op het veld. Rond de 75ste minuut gaan de laptopjes weer open en zoemt de zee van tikgeluiden weer op. Het mooiste scenario is logischerwijs voor de journalist dat het duel na vijf kwartier spelen eigenlijk al beslist is. Mocht dat niet het geval zijn dan moet het verhaal soms in de slotseconden nog rigoureus worden omgegooid. In de laatste 15 minuten is het oog voor het spel vele malen minder dan in de minuten daarvoor. Het wedstrijdbeeld is bekend en de invalshoek is allang gekozen. Een invalshoek heeft een verhaal namelijk altijd. Let maar eens op in VI of het AD. Altijd gebruikt de journalist een bepaald opvallend of kenmerkend aspect van de wedstrijd om zijn verhaal mee te beginnen en aan op te hangen. Het duel is afgelopen. Ongeveer de helft van de aanwezige pers verlaat relaxed de perstribune. Zij hebben blijkbaar geen naderende deadline. Vaak is dit dezelfde groep die in de rust ook op zoek is gegaan naar een kopje koffie. De andere helft blijft na het laatste fluitsignaal druk tikken. Zij zijn doorgaans van ochtendkranten of websites en moeten hun verhaal zo snel mogelijk doorseinen (via internet doorgaans) naar de hoofdredactie. Vijf minuten na afloop van het duel is in het mediacentrum de persconferentie. Daarover lees je meer in deel 2.