Het tactische gewicht van Albert Luque

8 september 2007 om 16:33

De voormalig spits van onder meer Newcastle United en Deportico la Coruña biedt Ajax-trainer Henk ten Cate de mogelijkheid de speelwijze door te voeren zoals hij die voor ogen heeft. Tegen Groningen bleef rendement echter uit.

Door: Jurian Ubachs

Het is echter niet juist direct conclusies te binden aan één duel. Het debacle in Praag lag nog vers in het geheugen en die mentale klap speelde vorige week waarschijnlijk zwaarder mee dan enige tactisch achtergrond. De contouren van een tactische kwestie zijn echter al wel zichtbaar.

Het nieuwe systeem
Essentieel in dit verhaal is de speelwijze waar het om gaat. Al meerdere malen experimenteerde Ten Cate met een hangende vleugelspits aan de ene kant en een open flank aan de andere kant. Uiteindelijk moet de rol van de buitenspelers daar tussenin komen te liggen; 4-2-4 in balbezit en 4-2-3-1 bij balverlies. Dat houdt dus in dat (in een traditioneel 4-3-3 rugnummersysteem) de ?7?, ?10? en ?11? bij balverlies een linie inzakken en alleen de ?9?, Huntelaar dus, voorin blijft. Dit verschilt ten opzichte van traditioneel 4-4-2 of 4-3-3, omdat daarin uitgegaan wordt van respectievelijk standaard twee of drie hangende mensen voorin. Bij balbezit schuift de 10 in als tweede spits, daarmee in theorie ruimte makend voor de inschuivende ?6? en ?8? (Davids/Maduro, Heitinga/Gabri) en de spitspositie versterkend, terwijl de ?7? en de ?11? logischerwijs de flanken bezetten.

In het duel tegen SC Heerenveen was een deel van de tactiek al zichtbaar in de mate waarin Luis Suarez en Kennedy Bakircioglü het veld breed hielden. In vergelijking met de wedstrijd tegen De Graafschap trok vooral Suarez minder naar het centrum toe. Dat is ook de rol die hij bij balbezit zou invullen. Het enige dat echter tegen Heerenveen ontbrak, was de ?10? die op dat moment de spitspositie moet versterken. Hedwiges Maduro, Johnny Heitinga en Laurent Delorge doken afwisselend wel op in de aanval, maar meer in de rol van inschuivende ?6? en ?8? dan als echte ?10?.

Luque en Suarez
Het 4-2-3-1 van Ten Cate was dus blijkbaar nog niet uit te voeren. De reden daarvoor moet niet alleen gezocht worden in het niet voor handen zijn van een ?nieuwe Wesley Sneijder?, maar vooral in de capaciteiten van Luis Suarez. Henk ten Cate maakt er namelijk geen geheim van de Uruguayaan liever in het centrum te zien, omdat hij daar in zijn ogen het best tot zijn recht komt. Probleem is echter dat de Amsterdammers dan creativiteit tekort komen op de linkerflank; Rommedahl en Bakircioglü renderen immers beide beter aan de rechterkant. Suarez moest daardoor tegen De Graafschap en SC Heerenveen uit nood op links spelen.

Met het aantrekken van Albert Luque zou dat probleem voorbij moeten zijn. Net als Suarez heeft Luque de mogelijkheid om zowel in de spits als aan de linkerkant te spelen, met als grote verschil dat hij bij diverse van zijn oude clubs en in het Spaanse nationale elftal als (opkomende) linkshalf speelde en daarom over meer verdedigende capaciteiten beschikt dan Luis Suarez. Bovendien is Luque sneller dan Suarez en ook om die reden gevaarlijker als flankspeler. Suarez is met zijn scorend vermogen en creativiteit in de kleine ruimte juist geschikter als ?10?.

De keerzijde



Kwetsbaar
Ajax moet ervoor waken dat het verrassingselement niet uit de aanval verdwijnt. Door met een vaste ?10? te gaan voetballen en zodoende de creatieve vrijheid van de ?6? en ?8? te beperken, loopt Ajax het gevaar er een statischere aanval op na te houden. Daar staat wel tegenover dat Luque op links met zijn snelheid voor meer gevaar kan zorgen dan Suarez nu al doet, terwijl die op zijn beurt door vaker op te duiken in het strafschopgebied beter tot zijn recht komt.

Bij balverlies moet het meer dan nu al het geval is oppassen voor zwakke omschakelingen, omdat er dan teveel druk op de twee middenvelders en daaruit voortvloeiend de verdediging komt. Dat was tegen FC Groningen al zichtbaar; de bezoekers hadden geen moeite de aanval te zoeken omdat Ajax grip miste op het middenveld. Het is ook geen toeval dat Ajax de voorbije weken al meerdere malen op die manier geklopt werd: tegen Sparta Praag (balverlies, counters), De Graafschap (counter) en SC Heerenveen (counter) werd de kwetsbaarheid van de Amsterdammers in dat opzicht al aangetoond. Bovendien beginnen de problemen van een moeilijk voetballende ploeg vaak op het middenveld. Een middenvelder inwisselen voor een aanvaller lijkt ook wat dat betreft geen goed idee.

Lees meer over:

Deel via