Leeds United kan eindelijk weer lachen

14 mei 2008 om 16:04

In 2001 stond de club nog in de halve finale van de Champions League, tegenwoordig speelt Leeds United haar wedstrijden in League 1, de oude Engelse tweede divisie. De opkomst en ondergang van The Whites voltrok zich in een razend tempo. Na de nederlaag tegen het Spaanse Valencia in de halve finale van het meest prestigieuze Europese voetbaltoernooi voor clubs raakte Leeds United in verval. Jarenlang op grote voet leven, speculeren op toekomstige inkomsten en een transferbeleid waarbij (voor die tijd) exorbitante bedragen meer regel dan uitzondering waren, leidden de ondergang van de eens zo succesvolle voetbalclub in.

Peter Ridsdale
Het ambitieuze maar zeer gewaagde beleidsplan, dat werd gelanceerd door de toenmalige voorzitter Peter Ridsdale, leek z'n vruchten af te werpen. De preses, geboren en getogen in Leeds en van jongs af aan supporter van de club, zag een droom in vervulling gaan toen hij in 1997 de voorzittershamer in handen kreeg. Vanaf zijn eerste dag beet hij zich stellig vast in zijn hartenwens: Leeds United terug naar de top van het Engelse voetbal brengen. Immers het laatste succes van Leeds dateerde alweer uit 1992 toen de club kampioen werd op het hoogste niveau. Gesterkt door de halve finaleplaatsen in het UEFA Cup-toernooi en de Champions League en de goede resultaten in de Premier League sloot Ridsdale namens Leeds grote leningen, van in totaal zo'n zestig miljoen pond, af om de financiële mogelijkheden van de club te vergroten. Als onderpand werden tv-gelden, sponsor- en kaartverkoopinkomsten gebruikt die vrij zouden komen wanneer The Whites zich in de komende seizoenen wisten te plaatsen voor de Champions League. Een gewaagd beleid, maar gesterkt door het verleden - Leeds eindigde steevast op een plek bij de eerste vijf in de Premier League - in de ogen van Ridsdale een noodzakelijke stap.


Peter Ridsdale stippelde een gewaagd beleid uit tijdens zijn voorzitterschap. In zijn boek 'United we fall' vertelt hij openlijk over wat zich afspeelde in de bestuurskamer van Leeds United.

Droomteam
Met het vrijgekomen geld stortte Leeds United zich op de transfermarkt. Manager David O'Leary - hij werd in 1998 aangesteld als opvolger van de naar Tottenham Hotspur vertrokken George Graham - kreeg de kans van zijn leven toen hij volledig vrij spel kreeg om zijn droomteam samen te stellen. Grote bedragen werden neergelegd voor spelers als Rio Ferdinand (achttien miljoen pond), Olivier Dacourt (acht miljoen pond) en Mark Viduka (zes miljoen pond). Samen met talentvolle jeugdspelers als Jonathan Woodgate, Lee Bowyer, Ian Harte, Harry Kewell, Alan Smith en Paul Robinson die van O'Leary de kans kregen zich in het eerste elftal van hun club te spelen, moest in Leeds een team gevormd worden dat het de komende jaren zowel in Engeland als in Europa voor het zeggen zou hebben.

Bergafwaarts
Al snel werd echter duidelijk hoeveel gevaar de torenhoge aspiraties en gewaagde financiële constructies van Leeds United met zich meebrachten. De club beleefde in 2001 - nadat het in 2000 in de halve finale van de UEFA Cup werd uitgeschakeld door het Turkse Galatasaray - misschien wel haar 'finest hour', maar na de verloren Champions League-halve finale tegen Valencia, thuis eindigde het duel in 0-0 en in Mestalla verloor Leeds met 3-0, ging het snel
bergafwaarts met de club uit West Yorkshire. O'Leary slaagde er ondanks een dramatisch verlopen tweede seizoenshelft in zich met Leeds te kwalificeren voor de UEFA Cup, maar dat was slechts het begin van het eind. Verschillende conflicten tussen de Ierse manager en Ridsdale en tegenvallende resultaten betekenden een einde van het huwelijk van Leeds en haar trainer.

Geldnood
Waar de UEFA Cup in vergelijking met de Champions League slechts een fractie van het ingecalculeerde geld opleverde, verkeerde Leeds bijna direct in geldnood. De rente van de leningen, gebaseerd op een jarenlang verblijf op het hoogste Europese niveau, kon niet meer betaald worden en om de club toch levend te houden werd besloten het mes in de selectie te zetten. De eerste speler die ?geslachtofferd? werd was verdediger Ferdinand. Hij vertrok voor maar liefst dertig miljoen pond naar Manchester United. Inmiddels had Ridsdale Terry Venables aangesteld als manager. De resultaten waar iedereen in Leeds zo op hoopten bleven achterwege. Geld om te investeren was er niet. Sterker nog, de noodzakelijke leegloop bij The Whites hield sterk aan.

Terry Venables
Verschillende spelers vertrokken voor grote sommen geld naar andere clubs. Dit tot woede van Venables die gemaakte afspraken niet nagekomen zag worden. De bom tussen de voorzitter en de nieuwbakken manager barstte toen - tegen de zin van Venables in - ook Woodgate verkocht werd. Hij vertrok, noodgedwongen, voor negen miljoen pond naar Newcastle United. De spanning tussen Ridsdale, die eigenlijk zijn zinnen gezet had op Martin O?Neill (toen trainer van Celtic), en de manager was om te snijden. Een ontslag kon dan ook niet uitbleven. Venables pakte zijn biezen, Leeds in acute degradatienood achterlatend. Peter Reid kreeg het zinkende schip onder zijn hoede. Tot verbazing van zo?n beetje heel Engeland slaagde hij er in Leeds op de laatste speeldag te behouden voor de Premier League. Dit was slechts uitstel van executie zou een jaar later blijken.

Miraculeus
Reid bleef aan, maar moest slechts een halfjaar later zijn koffers pakken. Ridsdale was ondertussen al afgezet als voorzitter van de club. Hij werd vervangen door John McKenzie. Maar ook onder leiding van de nieuwe chairman, economieprofessor van beroep, wist Leeds niet meer uit het (financiële) dal te klimmen. Hoofdcoach Eddie Gray kreeg de ondankbare taak het zinkende schip vlot te trekken. Een onmogelijke klus. Waar de manager zijn uiterste best deed wedstrijden te winnen, zag hij steeds meer spelers vertrekken. Degradatie was onvermijdbaar. In 2004 kwam er een eind aan het veertienjarige verblijf van Leeds United op het hoogste Engelse niveau.


Trainer Peter Reid wist degradatie uit de Premier League op miraculeuze wijze te ontlopen. Een seizoen later (2003-2004), toen Reid al lang en breed ontslagen was, degradeerde Leeds alsnog uit de Premier League. (Pro Shots)

Ken Bates
Ondertussen was Leeds in handen gekomen van zakenman Gerald Krasner, die de club, in samenwerking met verschillende andere zakenlui, opkocht. Na de degradatie werd Grey, ondanks dat van hem verwacht werd Leeds vanuit een uitzichtloze positie weer hogerop te brengen, ontslagen. Hij werd vervangen door Kevin Blackwell. Nadat het grootste deel van de nog overgebleven spelers, evenals het trainingsveld en stadion Elland Road verkocht waren, kreeg Blackwell de taak Leeds vanaf de grond weer op te bouwen. Zijn start was verbazingwekkend goed. Door vooral contractloze (gratis) spelers vast te leggen slaagde hij erin de loonkosten te drukken en ook op het veld liet het nieuwe Leeds een goede indruk achter. Dit tot genoegen van de bij Chelsea afgeserveerde Ken Bates die de club inmiddels voor een slordige tien miljoen pond had overgenomen. Nadat Leeds in haar eerste seizoen op een niveau lager in de veilige middenmoot eindigde, wisten Blackwell en zijn mannen het een jaar later zelfs tot de play-off-finale te schoppen. Watford bleek echter een maatje te groot voor The Whites.


Ook de komst oud-Chelsea-eigenaar Ken Bates - hij kocht Leeds United in 2005 - kon de vrije val van de club niet stoppen. (Pro Shots)

Dennis Wise
Na opnieuw een dramatische seizoensstart werd Blackwell in 2006 aan de kant gezet. De verbazing was groot toen Bates zijn vervanger bekendmaakte: oud-Chelsea-speler Dennis Wise. Een zet waar de supporters het niet mee eens waren. Hoe kon immers zo'n arrogante Cockney hun mooie club weer hogerop brengen? In eerste instantie was het het volk dat gelijk kreeg. Wise kreeg het, ondanks het binnenhalen van een aantal ervaren spelers, niet voor elkaar zijn nieuwe werkgever te behoeden voor degradatie. Met een nieuwe afdaling in het vooruitzicht zag Leeds United zich genoodzaakt zich onder curatele te stellen. Nadat de boekhouding was doorzocht strafte de Engelse voetbalbond Leeds door de club tien punten in mindering te brengen. Degradatie was onontkoombaar.

Te Koop: Leeds United
Omdat het in Engeland voor voetbalclubs die onder curatele staan niet is toegestaan deel te nemen aan een profcompetitie werd Leeds United te koop gezet. Opnieuw was het Bates die de club, ditmaal voor beduidend minder geld, kocht. Maar daarmee was de kous voor de Football Association niet af. Omdat Leeds United zich niet aan de regels hield die gelden voor een club die under administration staat hield, werden The Whites opnieuw bestraft. Ditmaal mocht Leeds, nog voor het seizoen van start ging, beginnen met een puntentotaal van -15.

Play-offs
Wat niemand in West Yorkshire verwachtte, gebeurde toch: Wise kreeg de ontspoorde Leeds-trein op de rails. Ondanks de puntenachterstand slaagde hij erin Leeds al in januari naar de top van League 1 te sturen. Groot was de klap dan ook toen Wise, compleet uit het niets, zijn contract inleverde om bij Newcastle United aan de slag te gaan als technisch directeur. Oud-speler Gary McAllister kreeg de touwtjes in handen en ook hij kreeg de smaak al snel te pakken. Leeds eindigde met de Schotse manager aan het roer als vijfde. Genoeg voor een plaatsje in de strijd om promotie naar de Championship, het op een-na-hoogste niveau in Engeland.

Carlisle United
De eerste tegenstander van Leeds United was het als vierde geëindigde Carlisle United. Nadat het eerste duel, thuis op Elland Road, met 1-2 verloren werd, wisten The Whites het uitduel met 0-2 te winnen. Hierdoor plaatste Leeds United zich voor play-off-finale. Tegenstander in deze eindstrijd is Doncaster. Waar tot voor kort spitsen als Robbie Keane, Mark Viduka, Harry Kewell en Jimmy Floyd Hasselbaink voor de Leeds-doelpunten moesten zorgen, ligt het lot van de voormalige topclub nu in handen van spelers als Jermaine Beckford, Leon Constantine en David Prutton. Een schril contrast met slechts vier jaar geleden.

Lees meer over:

Deel via