EK-deelnemers onder de loep: Groep D
Door Pieter Hanson
Rusland
Aantal deelnames: 1960, 1964, 1968, 1972, 1988, 1992, 1996, 2004, 2008
Beste prestatie: Eindwinnaar (1960, als de Sovjet-Unie)
Bondscoach: Guus Hiddink
Net als vier jaar geleden is Rusland van de partij op het EK voetbal. In Portugal raakten de Russen niet door de groepsfase. Een loodzware loting met Spanje, Portugal en de latere winnaar Griekenland bleek veel te gortig. Wel waren de Russen de enige ploeg die op het EK van de Grieken wist te winnen. In Oostenrijk en Zwitserland heeft Rusland een grotere kans op het bereiken van de volgende ronde. Het Oost-Europese land stuit weer op Spanje en Griekenland, maar met Zweden zit er een minder sterke derde tegenstander in de poule. Achter Spanje kunnen de Russen best voor een verrassing zorgen.
Voordelig voor bondscoach Guus Hiddink zijn de speelmaanden van de Russische competitie. In verband met de strenge winter is deze net van start gegaan. Omdat veel Russische internationals actief zijn in de vaderlandse competitie zullen zij fitter aan de start verschijnen dan de spelers van de overige deelnemende landen. Bovendien zorgen ook de goede prestaties van Zenit Sint-Petersburg voor veel vertrouwen. De Russische club won afgelopen seizoen op imponerende wijze de UEFA Cup door onder meer Olympique Marseille, Osasuna, Bayer Leverkusen, Bayern Munchen en Glasgow Rangers te kloppen. Onder de hoede van Hiddink kunnen de internationals van Zenit op het EK een kroon zetten op hun prachtige seizoen.
De kwalificatiefase van Rusland verliep wisselvallig. In eigen huis werd op knappe wijze gewonnen van Engeland, waardoor kwalificatie lonkte, maar een onnodige nederlaag in Israël leek een einde te maken aan de Russische EK-aspiraties. Er kwam echter hulp uit Engeland waar Kroatië een knappe 2-3 zege boekte op Wembley en Rusland, dat zelf won van Andorra, daarmee naar het EK stuurde. Smet op de feestavond was de rode kaart van Andrei Arshavin. De UEFA kende geen genade voor de maestro van Zenit Sint-Petersburg en schorste hem voor de eerste twee EK-duels. Bovendien is ook centrumspits Pavel Pogrebnyak niet aanwezig op het eindtoernooi. De boomlange aanvaller van Zenit Sint-Petersburg kampt met een knieblessure. Met Roman Pavluychenko (Spartak Moskou) is weliswaar een goede vervanger voorhanden, maar Hiddink mist de ingespeelde tandem van Zenit.
De overige spitsen zijn vrij onbekend. Dmitr Sytchev (Lokomotiv Moskou) werd aan het begin van zijn carrière vergeleken met Michael Owen, maar mislukte bij Olympique Marseille. Ook Ivan Saenko (1. FC Nurnberg) en Roman Adamov (FK Moskou) zullen bij weinig Europese voetballiefhebbers een belletje doen rinkelen. Op het middenveld zal het gemis van Arshavin zich laten voelen. Toch beschikken de Russen in deze linie over technische vaardige spelers die een goed positiespel op de mat kunnen leggen. Youri Zhirkov (CSKA Moskou), Vladimir Bystrov (Spartak Moskou), Roman Shirokov en Konstantin Zyrianov (beiden Zenit Sint-Petersburg) lijken de belangrijkste gegadigden voor een basisplaats. Verder kan Hiddink kiezen voor Dmitri Torbinski (Lokomotiv Moskou), Sergei Semak (Rubin Kazan), Igor Semshov (Dinamo Moskou) en het grote talent Diniyar Bilyaletdinov (Lokomotiv Moskou).
De achterhoede van Rusland en fysiek sterk en solide. De broertjes Vasili en Alexei Berezoetski hebben veel Champions League-duels in de benen en gelden bij CSKA Moskou al jarenlang als betrouwbare factoren in de defensie. Daarnaast kan Hiddink ook een beroep doen op Alexandr Anyukov (Zenit Sint-Petersburg) en Sergei Ignashevich die geldt als een van de beste inschuivende verdedigers van Europa. Met Denis Kolodin (Dinamo Moskou) en Renat Janbajev (Rubin Kazan) heeft Rusland twee alternatieven achter de hand. Het Russische doel wordt op het EK waarschijnlijk verdedigd door Vyacheslav Malafejev. De goalie van Zenit Sint-Petersburg houdt het jonge talent Igor Akinfejev (CSKA Moskou) op de bank.
Sterspeler: Ondanks zijn schorsing voor de eerste twee EK-duels geldt Andrei Arshavin als de absolute sterspeler van Rusland. De spelmaker beschikt over een functionele techniek, veel dynamiek en een fenomenaal overzicht. Met zijn splijtende passes en zuinige spel was Arshavin een van de belangrijke spelers in het elftal van Zenit dat afgelopen seizoen de Russische landstitel en de UEFA Cup veroverde. De 27-jarige Arshavin, die voortkomt uit de jeugdopleiding van Zenit, gedraagt zich als de grote vedette van het Russische voetbal. Hij heeft een eigen lijfwacht, verdient twee miljoen euro per jaar en praat openlijk over een transfer naar een Europese topclub. De eerste contacten met Engelse clubs zouden zijn gelegd. Een goed EK zou geïnteresseerde partijen over de streep trekken.
De kansen: Samen met Zwitserland en Griekenland heeft Rusland de kwaliteiten om uit te groeien tot de verrassingen van het EK. De Russen beschikken over een technisch vaardige ploeg met fitte spelers. Dit kan een doorslaggevende rol spelen. Op het WK 2002 beschikten de Zuid-Koreanen ook niet over de beste ploeg, maar door hun topfitte elftal eindigde de opmars van de Rode Muskieten pas in de halve finales.
Bovendien beschikt Rusland over een fysiek sterke en solide achterhoede, een technisch vaardig middenveld en makkelijk scorende spitsen. Het gemis van Arshavin is zonde, maar dat Hiddink de spelmaker toch meeneemt naar Oostenrijk en Zwitserland, wijst erop dat hij veel vertrouwen heeft in de kansen van zijn ploeg. De aanvoerder zou in een later stadium van het toernooi een doorslaggevende rol kunnen spelen. Het wegvallen van Pavel Progrebnyak geeft de Russische aspiraties een flinke tik. De aanvaller oogt door zijn lengte als een houten klaas, maar beschikt over een goede techniek en een hard schot. Een plek in de kwartfinale is voor de Russen een reële doelstelling. Zweden en Griekenland zijn bij voorbaat zeker niet sterker.
Spanje
Aantal deelnames: 1960, 1964, 1968, 1972, 1988, 1992, 1996, 2004, 2008
Beste prestatie: Eindwinnaar (1964)
Bondscoach: Luis Aragones
Vanaf volgende week mag Spanje wederom proberen om als favoriet een groot toernooi te winnen. Het is de zoveelste keer dat de Spanjaarden met een zeer talentvol team aan de start verschijnen, maar de vorige pogingen strandden vroegtijdig in schoonheid. Op het EK 2000 en het WK 2006 was de kwartfinale het eindstation. Op het EK 2004 kwam Spanje niet door de groepsfase en twee jaar geleden op het WK in Duitsland was Frankrijk in de tweede ronde te sterk. Het blijft een van de grote mysteries van de voetbalwereld. Hoe is het mogelijk dat Spanje met al die talentrijke spelers en roemruchte clubs op internationaal niveau zo weinig heeft gewonnen. De Spaanse voetbalfans hebben bij elk eindtoernooi hoge verwachtingen, maar moeten nog steeds teren op de Europese titel van 1964 en de Olympische titel van 1992.
Aan de Spaanse jeugdopleiding ligt het zeker niet. De jeugdselecties maken al jaren indruk op grote toernooien en brengen een onophoudelijke reeks van grote talenten voort. Doordat de Spaanse voetbalbond zijn eigen competitie goed beschermd met speciale regel die het opstellen van ?buitenlandse? spelers tot een minimum beperkt, breken deze talenten ook door bij hun eigen clubs. Het aanwezige potentieel leidt echter niet tot goede prestaties van het vlaggenschip. Komende maand volgt een nieuwe poging voor het Spaanse elftal dat zich kwalificeerde uit een groep met Zweden, Denemarken en Noord-Ierland. Wederom wordt Spanje door veel bondscoaches en kenners getipt als mogelijke winnaar.
Op basis van het aanwezige spelersmateriaal lijken de hoge verwachtingen terecht. Spanje beschikt qua talent over de beste selectie, maar op een eindtoernooi komen ook andere kwaliteiten om de hoek kijken. Goede toernooiploegen kunnen op resultaat spelen en daar blinken de Spanjaarden, die het vooral moeten hebben van fraai combinatievoetbal, niet in uit. E bella ma no balla zeggen de Italianen, wat zoiets betekent als een vrouw die niet kan dansen. Een metafoor die perfect past bij de Spanjaarden. Een ploeg die mooi voetbalt, maar nooit wint. Het spelen op resultaat blijkt toch een kwaliteit die weinig ploegen beheersen. Het is niet toevallig dat uitgebalanceerde teams als Italië, Duitsland en in mindere mate Frankrijk de meest gevulde prijzenkast hebben.
Bovendien is er ook nog de politieke situatie. Spanje blijft een verdeelde natie met veel regio?s die naar verregaande autonomie en zelfs onafhankelijkheid streven. Veel spelers uit deze gebieden hebben vaak meer binding met de eigen geboortegrond dan met het Spaanse land als geheel. Willen deze jongens zich volledig geven voor de Spaanse vlag? Kan er een hecht team gesmeed worden met de grote groep Catalanen in de selectie? Verder behoort Spanje ook niet tot de fitste ploegen op het eindtoernooi. Veel spelers hebben bijna vijftig wedstrijden in de benen en dat laat zich ongetwijfeld voelen in het groepsduel met het fitte Rusland.
Spanje moet vooral bogen op de individuele kwaliteiten van zijn sterspelers. Vooral de aanvallende kracht van het Iberische land is imponerend. Fernando Torres geldt als een van de beste spitsen van Europa en maakte een uitstekend debuutjaar door bij Liverpool. Hij wordt geflankeerd door David Villa die teleurstellend presteerde bij Valencia, maar beschikt over een verwoestend schot en veel scorend vermogen. De overige opties zijn verrassend. Bondscoach Luis Aragones kiest niet voor Joaquin (Valencia), Jose Antonio Reyes (Real Madrid), Vicente (Valencia) en Raul (Real Madrid), maar neemt Sergio Garcia (Real Zarogoza) en Dani Guiza (Real Mallorca), die hoog eindigde in het klassement voor de Gouden Schoen, mee naar Oostenrijk en Zwitserland.
Over de technische bagage van zijn middenveld hoeft Aragones zich weinig zorgen te maken. David Silva (Valencia), Cesc Fabregas (Arsenal), Ruben de la Red (Getafe), Andres Iniesta en Xavi (FC Barcelona) kunnen hun tegenstanders helemaal wegtikken. Het probleem van het Spaanse middenveld schuilt echter in de balans. Met Marcos Senna (Villarreal) en Xabi Alonso (Liverpool) heeft Spanje geen toppers die een controlerende rol kunnen vervullen. De achterhoede lijkt wel solide. De basisplaatsen van Carles Puyol (FC Barcelona) en Sergio Ramos (Real Madrid) zijn onomstreden en ook de vleugelverdedigers Joan Capdevila (Villarreal) en Raul Albiol (Valencia) staan hun mannetje. Bij blessures kan Aragones een beroep doen op Carlos Marchena (Valencia), Alvaro Arbeloa (Liverpool), Juanito (Real Betis) en Fernando Navarro (Real Mallorca). Het Spaanse doel wordt verdedigd door Iker Casillas (Real Madrid). Hij houdt Jose Reina (Liverpool) en Andres Palop (Sevilla) op de bank.
Sterspeler: Fernando Torres groeide afgelopen seizoen uit tot één van de beste spelers in de Premier League. De aanvaller kwam in de zomer voor 35 miljoen euro over van Atlético Madrid, maar voelde het gewicht van het enorme prijskaartje geen moment om zijn nek. Hij begon direct te scoren in de competitie en speelde een grote rol in de goede prestaties van zijn club in Europa. De 24-jarige Spanjaard heeft alles wat een topspits nodig heeft. Hij is technisch vaardig, beresterk, erg snel, ziet openingen en zijn scorende vermogen blijft niet achter. In 31 duels scoorde de Torres afgelopen seizoen 22 keer. De aanvaller kan met een klasseflits een wedstrijd beslissen. Een kwaliteit waarvan Spanje komende maand mag profiteren op het EK.
De kansen: Spanje behoort komende zomer tot de favorieten voor de EK-zege, maar niet tot de topfavorieten. Daarvoor ging het in het verleden te vaak mis. De Spanjaarden beschikken over de selectie met het meeste talent, maar toernooien worden gewonnen door het beste team. Als bondscoach Luis Aragones een goede balans kan vinden in zijn elftal mag Spanje hopen op een fraaie voetbalzomer en de eerste grote prijs sinds 1964.
Vooral in aanvallend opzicht is de kracht van Spanje imponerend. Fernando Torres gaat indruk maken op het EK en vormt qua aanleg een goed koppel met David Villa. Verder staan ook op het middenveld technisch vaardige spelers. Er zijn echter ook vraagtekens. Kan Marcos Senna tussen al het aanvallende geweld voor de balans zorgen? En zijn beide backs goed genoeg om een EK mee te winnen? Vragen waar Aragones een antwoord op moet vinden. Een plek in de halve finale lijkt wel een realistische doelstelling.
Griekenland
Aantal deelnames: 1980, 2004, 2008
Beste prestatie: Eindwinnaar (2004)
Bondscoach: Otto Rehhagel
In de laatste dagen voor de start van het EK zal het Griekse voetbalpubliek veelvuldig terugdenken aan de gedenkwaardige zomer van 2004. Toen werd Griekenland uit het niets Europees kampioen. Niemand gaf vooraf een cent voor de Grieken die in de voorbereiding kansloos verloren van Nederland en een zware poule troffen met Spanje, Rusland en Portugal. Maar na een openingszege tegen gastland Portugal werd Europa langzaam wakker. Bondscoach Otto Rehhagel had een hecht collectief gesmeed dat uiterst effectief speelde. Met zeges op Portugal (2x), Frankrijk en topfavoriet Tsjechië viel er weinig af te dingen op de eindzege van Griekenland. De beker ging naar Athene en de verdeelde Griekse voetbalwereld smolt samen om de Helleense herovering van Europa te vieren.
In de jaren na het EK verging het Griekenland minder. Het Zuid-Europese land plaatste zich niet voor het WK 2006 in Duitsland, maar in de kwalificatiereeks voor het EK 2008 werd de draad weer opgepakt. Ondanks een pijnlijke 4-1 nederlaag tegen aartsrivaal Turkije plaatsten de Grieken zich op simpele wijze voor het eindtoernooi. Komende maand mag Rehhagel proberen om zijn stunt van 2004 te herhalen. Theodoris Zagorakis, de absolute uitblinker van het vorige EK, is er niet meer bij, maar zeven andere spelers die de EK-finale speelden gaan wel weer mee, waaronder toernooitopscorer Angelos Charisteas, spelmaker Giorgos Karagounis en centrumverdediger Traianos Dellas. Daarmee heeft Rehhagel nog steeds de beschikking over een hecht team dat uitstekend op resultaat kan spelen.
Het Griekse doel wordt net als in 2004 verdedigd door Antonis Nikopolidis (Olympiakos Pireaus). De grijzende routinier houdt Konstantinos Chalkias (Aris Saloniki) en Alexandros Tzorvas (OFI Kreta) op de bank. Traianos Dellas (AEK Athene) geldt nog steeds als de rots in de defensie. Hij wordt bijgestaan door Giourkas Seitaridis (Atletico Madrid), Vassilios Torosidis (Olympiakos Pireaus) en Paraskevas Antzas (Panathinaikos. Met Loukas Vyntra, Nikos Spiropoulos, Ioannis Goumas (allen Panathinaikos) Sotirios Kyrgiakos (Eintracht Frankfurt) en Christos Patsatzoglou (Olympiakos Pireaus) heeft Rehhagel betrouwbare alternatieven achter de hand. In vergelijking met 2004 is het Griekse middenveld nagenoeg in tact gebleven. Angelos Basinas (Real Mallorca), Stelios Giannakapoulos (Bolton Wanderers), Konstantinos Katsouranis (Benfica) en Giorgios Karagounis (Panathinaikos) maken wederom deel uit van de EK-selectie. Zij houden Alexandros Tziolis (Panathinaikos) uit de basis.
In de voorhoede heeft Rehhagel voldoende keus. Het is zeer de vraag of Angelos Charisteas weer het vertrouwen krijgt. De aanvaller mislukte bij Ajax en Feyenoord en schoot dit seizoen geen deuk in een pakje boter bij 1. FC Nurnberg, dat vroegtijdig sneuvelde in de UEFA Cup en degradeerde uit de Bundesliga. Theofanis Gekas (Bayer Leverkusen) lijkt wel zeker van een basisplaats. De kleine spits scoorde er dit seizoen lustig op los in de BayArena. Naast Charisteas kan Gekas ook gezelschap krijgen van Ioannis Amanatidis (Eintracht Frankfurt), Georgios Samaras (Celtic), Nikos Liberopoulos (AEK Athene) en Dimitris Salpingidis (Panathinaikos).
De sterspeler: Een reprise van de Griekse EK-stunt hangt voor een groot deel af van de teamprestatie, maar ook in een hecht geheel kunnen getalenteerde spelers het verschil maken. Daarbij lijkt een belangrijke rol weggelegd voor Giorgios Karagounis. De begaafde middenvelder van Panathinaikos geeft veel assists en zorgt voor gevaar met afgemeten vrije trappen en andere dode spelsituaties. Vier jaar geleden gaf de 31-jarige Karagounis zijn visitekaartje af in het openingsduel met Portugal door met een fraaie afstandsknal de score te openen. Griekenland won uiteindelijk met 2-1 en kende een vliegende start van het EK.
De kleine middenvelder verdient zijn brood sinds afgelopen zomer bij Panathinaikos. De 72-voudig international werd overbodig bij Benfica en besloot terug te keren naar zijn vaderland. Karagounis kan terugkijken op een mooie carrière en speelde ook voor Internazionale. Op 26 maart 2008 toonde hij zijn kwaliteiten in het een oefenduel met Portugal. Met twee identieke rake vrije trappen zorgde hij hoogstpersoonlijk voor een 2-1 overwinning.
De kansen: Een nieuwe Europese titel lijkt teveel gevraagd, maar ook het huidige Griekenland blijft een ploeg om rekening mee te houden. De Grieken misten weliswaar het vorige WK, maar plaatsten zich op simpele wijze voor het EK. Bondscoach Otto Rehhagel beschikt over een schat aan ervaring en heeft opnieuw een stug en effectief team geformeerd, dat steunt op de routiniers die vier jaar geleden kampioen werden.
In de achterhoede zijn veel spelers actief in de eigen competitie, maar Olympiakos Pireaus maakte veel indruk in de Champions League en Panathinaikos sneuvelde op ongelukkige wijze in de UEFA Cup tegen de latere finalist Glasgow Rangers. De Griekse spelers kunnen mee in een positiespel op hoge snelheid. Verder is het Griekse middenveld geroutineerd en hebben de aanvallers doorgaans genoeg aan een halve kans. Griekenland is een lastige tegenstander om tegen te spelen. Met Zweden en Rusland als concurrenten en de status als titelhouder moeten de Grieken eigenlijk de volgende ronde halen.
Zweden
Aantal deelnames: 1992, 2000, 2004, 2008
Beste prestatie: Halve finale (1992)
Bondscoach: Lars Lagerback
Zweden lijkt een vaste klant te worden op internationale eindtoernooien. Net als in 2000 en 2004 is het Scandinavische land weer van de partij op het EK voetbal. In 2000 kwam Zweden niet door de groepsfase, maar in 2004 verliep het eindtoernooi beter. Na een imponerende zege op Bulgarije en een prachtige gelijkmaker van Zlatan Ibrahimovic tegen Italië gooide Zweden het in de laatste wedstrijd op een akkoord met de Denen. De buurlanden speelden onderling met 2-2 gelijk en Italië, dat zijn plicht deed tegen Bulgarije, kon zijn koffers pakken. In een bloedstollende kwartfinale in Faro bleek Nederland een ronde later na penalty?s te sterk.
Ook op het WK 2006 bereikte Zweden de volgende ronde. Ondanks een beschamend gelijkspel tegen voetbaldwerg Trinidad & Tobago (0-0) gingen de Scandinaviërs naar de tweede ronde, maar daarin bleek Duitsland een maatje te groot. Op het komende EK hoopt Zweden wederom door de groepsfase te komen. De kwalificatiereeks verliep bijzonder moeizaam. Zweden leek het lange tijd af te leggen tegen Noord-Ierland, maar de Britten konden uiteindelijk de druk niet aan. Daardoor gaan Zweden en het favoriet geachte Spanje toch naar Oostenrijk en Zwitserland.
Bondscoach Lars Lagerback beschikt over een fysiek sterke ploeg met Zlatan Ibrahimovic (Internazionale) als grote uitblinker. Sinds het vorige EK is de oud-Ajacied uitgegroeid tot een Europese topspits. In de Zweedse aanval krijgt hij mogelijk gezelschap van Henrik Larsson. De geroutineerde spits van Helsingborg IF speelde twee jaar geen interlands, maar wordt voor het EK weer van stal gehaald. Net als Larsson en Ibrahimovic hebben ook de overige aanvallers ervaring in de Eredivisie. Ook Johan Elmander (ex-Feyenoord en NAC Breda), Markus Rosenberg (ex-Ajax) en Marcus Allback (ex-Heerenveen) speelden in de Nederlandse competitie.
Op het middenveld moeten de creatieve impulsen komen van Kim Kallstrom (Olympique Lyon). De aanvallende middenvelder wordt waarschijnlijk geflankeerd door Tobias Linderoth (Galatasaray), Anders Svensson (IF Elfsborg) en Christian Wilhelmsson, die in Spanje weer is opgebloeid bij Deportivo La Coruna. Ook kan Lagerback kiezen voor Sebastian Larsson (Birmingham City) en Fredrik Ljungberg (West Ham United). Rasmus Lindgren (FC Groningen) en Kennedy Bakircioglu (Ajax) haalden de selectie niet. Datzelfde geldt voor aanvaller Marcus Berg en verdediger Fredrik Stenman (beiden FC Groningen).
Ook in de achterhoede vindt de Nederlandse voetbalwatcher twee oude bekenden terug. Petter Hansson (Stade Rennes) en Daniel Majstorovic (FC Basel/AEK Athene) speelden in het verleden bij respectievelijk SC Heerenveen en FC Twente. Waarschijnlijk is het in het centrum van de verdediging alleen een basisplaats weggelegd voor Majstorovic. De boomlange en spijkerharde mandekker vormt een koppel met Olof Mellberg (Aston Villa). De backposities worden bezet door Mikael Nilsson (Panathinaikos) en Andres Granqvist (Helsingborg IF), die in de nadrukkelijke belangstelling staat van FC Groningen. De overige opties zijn Mikael Dorsin (CFR Cluj), Niclas Alexandersson (IFK Goteborg) en Fredrik Stoor (Rosenborg BK). Het Zweedse doel wordt nog altijd verdedigd door Andreas Isaksson (Manchester City). Hij houdt Rami Shaaban (Hammarby IF) op de bank.
Sterspeler: De 26-jarige Zlatan Ibrahimovic is zonder twijfel de beste voetballer van Zweden. De aanvaller, die leerde voetballen in de achterstandswijk Rosengart in Malmo, kende moeilijk beginjaren bij Ajax, maar heeft de weg naar de Europese voetbaltop toch gevonden. Door zijn goede prestaties op het EK 2004 verdiende Ibrahimovic een toptransfer naar Italië. In de Serie A bevestigde hij zijn status als Europese topspits bij Juventus. Het omkoopschandaal rond oud-directeur Luciano Moggi gooide echter roet in het eten. Juventus werd teruggezet naar de Serie B en diverse topspelers, waaronder Ibrahimovic, keerden de Turijnse club de rug toe. De Zweedse spits vond emplooi bij Internazionale. Daar is zijn status onomstreden. Ibrahimovic maakt indruk met zijn hardheid, straatvoetbaltechniek, balvirtuositeit en scorend vermogen. Komend seizoen wordt hij de bestbetaalde speler ter wereld. Op het EK moet de spits aantonen zijn enorme salaris waard te zijn.
De kansen: Zweden gold jarenlang als een subtopper in het Europese voetbal, maar heeft sinds het EK 2004 flink aan kwaliteit ingeboet. Bondscoach Lars Lagerback blijft ook in Oostenrijk en Zwitserland vasthouden aan de oudere generatie en is slechts mondjesmaat aan het verjongen. Talentvolle spelers als Marcus Berg en Rasmus Lindgren gaan niet mee naar het EK. Veel oudere spelers lijken echter over hun top. Met Tobias Linderoth, Anders Svensson, Petter Hansson, Henke Larsson, Marcus Allback en Fredrik Ljungberg wint zelfs de allerbeste coach geen EK.
Door de ervaring in het elftal heeft Zweden een redelijke kans om de volgende ronde te halen, maar daarbij zal veel afhangen van Zlatan Ibrahimovic. De sterspeler van Internazionale is samen met Kim Kallstrom de enige topper in het Zweedse elftal. Van de concurrenten heeft alleen Spanje zulke spelers. Lagerback beschikt over een stugge en fysiek sterke ploeg, waartegen geen enkel land graag speelt. Met Griekenland en Rusland als opponenten is een plek in de volgende ronde een haalbare doelstelling. Mochten de Zweden doorkomen dan zijn daarna de tegenstanders te sterk.