Duitsland dompelt Denemarken in rouw
Teamchef Joachim Löw had zoals aangekondigd zijn sterkst mogelijke basisteam geformeerd. Lars Bender, van origine een middenvelder, verving de geschorste Jérome Boateng rechts in de defensie. Bij Denemarken nam Jakob Poulsen, oud-speler van sc Heerenveen, de plaats in van de geblesseerde oud-Ajacied Dennis Rommedahl.
Duitsland, dat genoeg had aan een gelijkspel voor de groepszege, opende ambitieus. De manschappen van Löw verzuimden evenwel meteen in de eerste helft door te drukken.
De grootste misser beging Thomas Müller al in de zesde minuut. De aanvaller van Bayern München kreeg een open kans, maar schoot veel te lankmoedig in. Voor de rust waren ook Mario Gomez en Sami Khedira niet trefzeker in fraaie scoringsposities.
Dankzij Lukas Podolski kwam Duitsland in de negentiende minuut toch op voorsprong. De 27-jarige jubilaris van FC Köln (100 interlands) schoot droog raak nadat hij ietwat gelukkig in balbezit was gekomen. Met een vliegend schot, net over het Deense doel, was Podolski in de 37e minuut dicht bij zijn tweede treffer.
De stand was op dat moment alweer gelijk. Uit de eerste grote Deense kans kopte Michael Krohn-Dehli raak met dank aan goed voorbereidend werk van Nicklas Bendtner, 1-1. De Deense doelpuntenmaker, oud-speler van onder meer RKC Waalwijk, was ook de beul van Oranje (0-1).
Het hardwerkende Denemarken bleef er ook in de tweede helft in geloven. Jakob Poulsen schoot uit een prima aanval in de 51e minuut op de buitenkant van de paal. Duitsland speelde na de rust op balbezit en viel gedoseerd aan.
Uit zo'n omzichtige aanval kwam invaller André Schürrle (voor Podolski) in scoringspositie. Doelman Stephan Andersen redde knap. De toereikende tweede treffer voor Denemarken wilde in de slotfase niet vallen waarna Bender de strijd koelbloedig besliste, 2-1.