Italië begint met klein voordeel aan EK-finale
Fernando Torres en Juan Mata kunnen ook iets bijzonders presteren. De Spaanse aanvallers veroverden dit seizoen met Chelsea de Champions League en willen daar nu ook de Europese titel aan toevoegen. Hun landgenoot Luis Suárez won in 1964 met Internazionale de Europa Cup I en met Spanje het EK. Hans van Breukelen, Ronald Koeman, Berry van Aerle en Gerald Vanenburg presteerden dat in 1988 met PSV en Oranje.
De Spaanse voetbalploeg staat zondag voor de vierde keer in de finale van het Europees kampioenschap. De regerend Europees kampioen neemt het in Kiev op tegen Italië, dat voor de derde keer in de EK-finale staat. De Azzurri gaan op jacht naar hun tweede Europese titel
Spanje werd in 1964 voor het eerst kampioen van Europa door in de finale in eigen land de Sovjet-Unie te verslaan (2-1). Op het volgende toernooi, in 1968 in Italië, ging de winst wederom naar het gastland. De Italianen hadden in Rome een replay nodig om Joegoslavië te kloppen (1-1, 2-0).
Spanje stond in 1984 voor de tweede keer in de EK-finale, maar moest toen buigen voor het Frankrijk van Michel Platini (0-2). Italië bereikte de eindstrijd op EURO 2000 in Nederland en België. De blauwhemden verloren in Rotterdam van Frankrijk door een 'golden goal' van David Trezeguet (1-2). Spanje kroonde zich in 2008 voor de tweede keer tot Europees kampioen door Duitsland te verslaan. Fernando Torres maakte in Wenen het enige doelpunt (1-0).
Op basis van de resultaten uit het verleden is het Italië dat zondag met een psychologisch voordeeltje aan de EK-finale begint. Van de 26 voorgaande ontmoetingen tussen deze twee Europese toplanden wonnen de Italianen er acht, Spanje stapte zeven keer als winnaar van het veld, steeds na een oefeninterland
Van de zeven duels op EK's en WK's won Spanje er geen één, tegen drie zeges voor Italië. Vier wedstrijden eindigden in een gelijkspel, waarvan het treffen in de kwartfinale van het EK 2008. Na 120 doelpuntloze minuten nam Spanje de strafschoppen beter, waardoor het verder ging naar de halve finales.
Aan het begin van het EK, op de kop af drie weken voor de EK-finale, stonden Spanje en Italië in Gdansk tegenover elkaar in de groepsfase. Die titanenstrijd eindigde in 1-1.