Oranje krijgt nieuwe tik bij rentree Van Gaal

Wout Stravers
BRUSSEL

De kater van het EK blijft daardoor rond de Nederlandse ploeg hangen. Voor de eerste WK-kwalificatiewedstrijd, volgende maand tegen Turkije, heeft Van Gaal nog een hoop werk te verzetten. Met debutant Ricardo van Rhijn in de basis begon Oranje aan een nieuw tijdperk in het Koning Boudewijnstadion. Het oude 4-2-3-1-systeem is overboord gegooid door Louis van Gaal en ingeruild voor een Hollands 4-3-3-systeem. Klaas-Jan Huntelaar was zoals Van Gaal dinsdag verklapte de diepe spits in Brussel.

Alles was erop gericht om de aanvaller van Schalke 04 in stelling te brengen. Met Arjen Robben op links en Luciano Narsingh op rechts moest de aanvoer verbeterd te worden. Dat werd zichtbaar na vier minuten, toen de buitenspeler van PSV goed voorgaf. Huntelaar kopte echter over. Robben slaagde er in de eerste helft niet in een succesvolle voorzet af te leveren, hij gokte op de dribbel.

Oude fout
Toch verviel Oranje tegen België weer in oude fouten. Na een goede eerste twintig minuten kwam de tegenstander, net als op het EK, opzetten. De eerste serieuze kans leverde meteen een doelpunt op voor de Rode Duivels. Een counter werd afgerond door Genk-spits Christian Benteke, die Joris Mathijsen eenvoudig uitkapte en Maarten Stekelenburg verschalkte in de korte hoek: 1-0.

De gedachten zullen bij veel spelers terug zijn gegaan naar het Oekraïense Kharkiv, waar dit drie keer binnen acht dagen gebeurde. Grote kansen kregen de Belgen in de eerste helft niet meer. Oranje wel, maar Van Rhijn en Huntelaar zagen doelman Thibaut Courtois redden op te zachte inzetten. In de slotminuut van de eerste helft werd een doelpunt van Huntelaar afgekeurd wegens buitenspel.

Martins Indi maakt indruk
Met de debutanten Stefan de Vrij, Nick Viergever en Bruno Martins Indi begon Oranje aan de tweede helft. Vooral laatstgenoemde beleefde tien prachtige debuutminuten. Met een strakke pass stuurde hij Robben in de 54ste minuut diep. De speler van Bayern München zag Narsingh bij de tweede paal vrij staan. De PSV’er schoot hard en hoog in (1-1).

Nog geen twee minuten later kwam Martins Indi opnieuw mee op, speelde Robben – nu met rechts – aan. Het was voor de meegelopen Huntelaar daarna een koud kunstje om de 1-2 in een leeg doel te schieten. Dat doelpunt was voor België het sein om vol op de aanval te gaan spelen. Een regen aan kansen volgde vervolgens. Achtereenvolgens Defour, Chadli (twee keer), De Bruyne en Lukaku waren dicht bij de 2-2.

Belgisch offensief
Dat de gelijkmaker een kwartier voor tijd viel, was geen verrassing. De Jong werd onder druk aangespeeld en leed duur balverlies. Invaller Dries Mertens maakte het alleen voor Stekelenburg uitstekend af. Net als bij Oranje even daarvoor volgde snel een nieuw doelpunt. Stekelenburg kreeg een schot van Mertens niet onder controle, waarna Lukaku de bal voor zijn voeten kreeg en het Koning Boudewijnstadion liet ontploffen van vreugde (3-2).

De gifbeker voor Oranje was nog niet leeg, want opnieuw drie minuten later lag de bal weer achter Steek. Mertens gaf af op Vertonghen, die de bal onder de Nederlandse doelman schoot (4-2). Na een fase waarin Oranje het heft in handen leek te hebben, eindigde de avond – en de rentree van Van Gaal als bondscoach – daardoor in een fikse domper.

Louis van Gaal voor de wedstrijd in het Koning Boudewijnstadion