Amsterdammers delen rake klap uit aan Engelse kampioen: 3-1

Verrassend sterk Ajax stunt tegen Man City

24 oktober 2012 om 22:36

Wout Stravers
AMSTERDAM

Siem de Jong, Niklas Moisander en Christian Eriksen zorgden voor de Ajax-doelpunten nadat Samir Nasri de score voor Manchester City had geopend. In de groep des doods doet Ajax door de driepunter plots volop mee om Europese overwintering. Voor City, dat pas één punt heeft uit drie wedstrijden, wordt plaatsing voor de knockout-fase een hels karwei.

Ajax pakte het woensdag anders aan dan in de eerste twee Champions League-wedstrijden. Waar verwacht werd dat Siem de Jong de diepste spits zou zijn, werd er in de praktijk gerouleerd. De Jong, Lasse Schöne en Christian Eriksen namen die beurtelings in. Ajax greep vanaf de aftrap het initiatief, terwijl City enigszins lamlendig toekeek.

Na negen minuten was Eriksen als eerst dicht bij een doelpunt. Schöne legde terug, waarna zijn landgenoot hard uithaalde (naast). De Arena, niet uitverkocht, ging na dat moment achter de ploeg staan. De elf Ajacieden gingen er niet slechter van spelen. Sterker, de mooiste combinatie van de avond viel na twintig minuten te bewonderen. Eriksen, De Jong en Babel speelden op de vierkante meter een drietal City-spelers uit. In de daaropvolgende aanval schoot opnieuw Eriksen naast.

Van City was op dat moment nog niets vernomen, maar dat veranderde snel. De eerste kans voor de Engelse kampioen was direct raak. James Milner kreeg veel ruimte van bewaker Christian Poulsen, bediende de compleet vrijstaande Samir Nasri, die op zijn beurt weinig moeite had Kenneth Vermeer te verschalken (0-1). Dat doelpunt veranderde behalve de sfeer ook het spel van Ajax.

Alsof de spelers dachten: ‘daar gaan we weer’. Het vertrouwen was weg en de fans werden onrustig. Nasri en Micah Richards hadden de score kunnen verdubbelen, maar waren slordig in de afwerking. De Amsterdammers leken dan ook met een achterstand de rust in te gaan, maar De Jong besliste anders. Een voorzet van Ricardo van Rhijn werd door de Ajax-captain hard achter Joe Hart geschoten (1-1).

Dat doelpunt bleek het zetje in de rug voor een voor Ajax-fans fantastische tweede helft. Die werd na 57 minuten ingeluid met een rake kopbal van Niklas Moisander. De Fin klopte bewaker Joleon Lescott in de lucht en liet Hart kansloos (2-1). Waar een offensief van City verwacht werd, was het tegenovergestelde waar. Het ineens flitsend spelende Ajax creëerde veel ruimte voor zichzelf. De verrassing werd na 68 minuten alleen maar groter toen Eriksen na een snelle aanval, via het been van Gaël Clichy, de 3-1 maakte.

Het rijke City, volgens Mancini vechtend voor zijn laatste kans in de Champions League, moest daarna komen. Carlos Tévez en Mario Balotelli werden ingebracht, waardoor de Citizens met vier pure aanvallers speelden. Het was aan Vermeer te danken dat de 3-2 niet op het bord kwam. De sluitpost greep twee keer flitsend in op schoten van Dzeko.

De pruttelende en duurbetaalde motor van City kwam daarna eigenlijk nooit meer op gang. Het betekende een gigantische stunt. Bovendien doet Ajax, dat nu derde staat in de groep, goed mee om Europese overwintering.