De Mos: "Het Nederlandse voetbal geniet nog steeds veel respect in België"
HIn de zomer van 2012 telde de hoogste voetbalcompetitie in België liefst zes Nederlandse trainers. Na het ontslag van Mario Been bij Racing Genk zijn er nog twee over, John van den Brom (Anderlecht) en Stanley Menzo (Lierse SK). Volgens Aad de Mos zegt dat niet direct iets over het aanzien.
"Het Nederlandse voetbal geniet nog steeds veel respect in België", vertelde De Mos aan de NOS. "De voetbalwereld is een papegaaienwereld. Als er één een Hollandse trainer heeft, dan willen de andere clubs dat ook. Maar in België telt alleen het resultaat. Mooi voetbal komt pas later. Het probleem voor de Nederlandse trainers nu is dat ze allerlei spelers in de maag gesplitst krijgen door de clubleiding, vaak uit alle windstreken."
De Mos verwees naar zijn succesvolle periode bij KV Mechelen, waarmee hij in 1988 de Europa Cup II veroverde. "Bij Mechelen had ik het geluk dat ik zelf mijn spelers mocht aantrekken. Er was geen technisch directeur, ik deed direct zaken met voorzitter John Cordier. Zo kon ik een elftal samenstellen waar ik met Nederlandse jongens in de as kon spelen. Dat was nodig, omdat zij begrepen hoe ik wilde spelen."
In zijn optiek komt Stanley Menzo bij handhaving in aanmerking voor een langer verblijf bij Lierse SK, waar het volgens De Mos 'einde oefening' is voor Van den den Brom. "Als een buitenlandse trainer verliest, is het zijn schuld. Als een buitenlandse trainer wint, is het de verdienste van de club. Dat was vroeger ook al zo. De media schrijven nu allemaal: wat heeft die Van den Brom nu eigenlijk bewezen?"