De Tien: eendagsvliegen in Oranje
Honderden spelers mochten in het verleden het mooie Oranje gekleurde shirt dragen van het Nederlands elftal. Vandaag in 'De Tien' de ranglijst van eenmalige internationals. In de lijst is geen plaats voor spelers die korter dan twee jaar geleden voor de eerste keer hun opwachting mochten maken voor Oranje. Naast de spelersnamen zijn de minuten te vinden die men actief was voor het nationale team.
10. Heini Otto (20)
Het meest opvallende verhaal over een debutant is zeker die van Heini Otto. In 1975 bracht de destijds voor FC Amsterdam spelende middenvelder zijn ploeggenoot Jan Jongbloed naar het vliegveld voor een oefenduel met Joegoslavië. Vervolgens bleek dat Willem van Hanegem niet op was komen dagen waarop bondscoach George Knobel vroeg of Otto zijn voetbalschoenen thuis kon gaan halen. Otto vertrok vervolgens met Oranje en mocht zijn debuut maken als international.
9. Harry Mommers (19)
Op nummer negen van de lijst vinden we een speler die werd geboren in de negentiende eeuw. Hij speelde zijn wedstrijden in clubverband voor Willem II. De op 71-jarige leeftijd overleden Mommers droeg het shirt van Oranje op 16 mei 1920. Nederland verloor destijds het oefenduel met Zwitserland (2-1).
8. Martin Koeman (18)
De vader van Ronald en Erwin Koeman werd meerdere keren geselecteerd voor het Nederlands elftal, maar kwam slechts één keer in actie voor zijn geboorteland. Op 12 april 1964 speelde hij met Oranje in een oefenwedstrijd gelijk tegen Oostenrijk (1-1). De oud-speler van onder andere GVAV en FC Groningen overleed op 18 december 2013.
7. Mario Been (18)
De voormalig speler van onder andere Feyenoord en Pisa werd in 1984 voor de eerste keer geselecteerd voor Oranje. Destijds zwaaide Rinus Michels de scepter bij het nationale elftal. Op 14 november 1984 mocht hij als vervanger van Ton Lokhoff opdraven in Oranje tegen Oostenrijk. Het kwalificatieduel voor het WK van 1986 ging verloren (1-0). Het Nederlands elftal wist zich vervolgens ook niet te plaatsen voor de eindronde. Been staat in de lijst één plaats hoger dan Koeman omdat het duel dat eerstgenoemde speelde een kwalificatiewedstrijd betrof.
6. Marcel Peeper (18)
De in Amsterdam geboren vleugelspeler mocht op 28 maart 1990 zijn debuut maken in de basis van Oranje in een oefenduel met de Sovjet-Unie. Zijn eerste optreden duurde slechts achttien minuten door een doodschop van tegenstander Sergei Gorloekovitsj, die voor zijn schandalige overtreding niet bestraft werd door de dienstdoende arbiter. Peeper liep een dubbele beenbreuk op en wist nooit meer het niveau te halen van voor zijn blessure.
5. Chris Dekker (15)
Op 23 maart 1974 was Dekker voor de eerste en tevens laatste keer te aanschouwen in het shirt van het Nederlands elftal. De oud-speler van onder andere AZ’67, NEC, DWS en FC Amsterdam mocht als invaller van Johan Neeskens vijftien minuten spelen in de wedstrijd tegen Oostenrijk (1-1). Later was Dekker nog actief als hoofdtrainer van onder andere Fortuna Sittard, Eindhoven en FC Den Bosch.
4. Royston Drenthe (11)
In 2007 had niemand kunnen denken dat de naam van Drenthe in een lijst voor zou komen van eendagsvliegen in Oranje. In het voornoemde jaar maakte de vleugelspeler een uitstekende indruk tijdens het EK voor spelers onder 21 waar hij zijn transfer naar Real Madrid verdiende. Tot op heden speelde hij slechts één interland, in november 2010 mocht hij in een oefenduel met Turkije als invaller in het ‘grote’ Oranje verschijnen als vervanger van Rafael van der Vaart (1-0 zege).
3. Niels Oude Kamphuis (10)
De oud-speler van FC Twente, Borussia Mönchengladbach en Schalke 04 moest op 29-jarige leeftijd noodgedwongen afscheid nemen als profvoetballer als gevolg van een slepende achillespeesblessure. Onder bondscoach Louis van Gaal maakte hij in 2001 zijn debuut in Oranje. Het Nederlands elftal won destijds een uitduel met Engeland (0-2).
2. Joop Wille (9)
De doelverdediger speelde op 21 april 1940 op negentienjarige leeftijd zijn eerste interland voor Oranje. Het was de laatste wedstrijd voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog werd Wille niet meer opgesteld. In de jaren zestig was hij ook nog als scheidsrechter actief in het betaald voetbal. De in 2009 op 88-jarige leeftijd overleden Wille werd op 1 maart 1986 door de KNVB benoemd tot bondsridder.
1. Otman Bakkal (6)
De winnaar van de lijst heeft nog enkele jaren de tijd om meer te worden dan een eendagsvlieg in Oranje. De middenvelder, die momenteel veelal genoegen moet nemen met een plaats op de reservebank bij Feyenoord, speelde op 18 november zijn eerste en tot dusver tevens laatste interland tegen Paraguay (0-0). Bert van Marwijk was destijds de bondscoach die hem selecteerde.
Patrick van Aanholt is tot op heden de absolute nummer één als het gaat om het minst aantal minuten in dienst van Oranje. Op 19 november 2013 speelde hij slechts één minuut tijdens de vriendschappelijke wedstrijd tegen Colombia. Dit is echter te recent om in dit 'historische' lijstje te worden opgenomen.