Torenhoge Spaanse premies zorgen voor ophef: "Zijn we rijker dan Duitsland?"
Alsof de economie van Spanje floreert en de Spaanse voetballers het geld goed kunnen gebruiken, zo hoog zijn de aangekondigde premies voor het WK. In het Zuid-Europese land is er dan ook flinke kritiek op de torenhoge bedragen die de internationals kunnen opstrijken.
Als Spanje wereldkampioen wordt, mogen de twintig spelers en drie keepers van Vicente del Bosque liefst 720.000 euro per persoon bijschrijven. Daarmee is de Spaanse premie de hoogste van alle deelnemende landen. Iedere Duitse speler krijgt bijvoorbeeld 'slechts' 300.000 euro als de WK-finale wordt gewonnen.
Het bericht over de Spaanse premies zorgt in het land voor een fel politiek en sociaal debat. "Zijn we soms dubbel zo rijk als Duitsland?", vraagt een politicus zich af. De ophef is niet vreemd: Spanje zit in een diepe economische crisis. Zes miljoen mensen zitten zonder werk en veel werklozen krijgen geen uitkering of slechts 425 euro per maand.
Vier jaar geleden ontvingen de Spaanse internationals 600.000 euro en dat bedrag is door de bond opnieuw voorgesteld, zo weet het Algemeen Dagblad. De aanvoerders Iker Casillas en Xavi zouden dat voorstel echter van tafel hebben geveegd, omdat de zware concurrentie ervoor zorgt dat de kans op een nieuwe titel klein is.
Del Bosque houdt zich intussen zoveel mogelijk op de vlakte over de enorme bedragen. "We zijn in elk geval transparant. Nu maar hopen dat we de titel winnen, dan kunnen de spelers een flink deel van hun premie aan de belasting afdragen", aldus de bondscoach.