Sneijder: "Ik moest er langs lopen, maar mocht hem niet vastpakken"
Na Edwin van der Sar (130 interlands), Frank de Boer (112), Rafael van der Vaart (109), Giovanni van Bronckhorst (106) en Phillip Cocu (101) bereikt Wesley Sneijder vrijdag op het WK tegen Spanje als zesde Nederlandse voetballer de grens van honderd interlands. "Daar ben ik heel erg trots op", zegt de middenvelder voordat hij er kort vijf wedstrijden uitlicht.
"Laat ik met de hoogtepunten beginnen", zegt hij. "Dan noem ik natuurlijk mijn debuut tegen Portugal", doelt Sneijder op zijn eerste interland op 30 april 2003. Bondscoach Dick Advocaat liet de toen achttienjarige middenvelder direct na rust invallen in het Philips-stadion. Het duel eindigde in 1-1, mede door een treffer van Patrick Kluivert in de eerste helft.
Sneijder vervulde op 19 november 2003 een hoofdrol tegen Schotland in een kolkende ArenA (6-0). Met drie puntgave assists en een treffer wees hij het Nederlands elftal de weg naar het EK in Portugal. Warme herinneringen bewaart de spelmaker ook aan de groepswedstrijd op het EK van 2008 tegen Italië (3-0). Sneijder scoorde op 9 juni in Bern. "Dat was op mijn verjaardag."
Zijn twee doelpunten op 2 juli 2010 in de kwartfinale van het vorige WK tegen Brazilië (2-1) zal Sneijder ook nooit meer vergeten. "We bogen die hele wedstrijd om. Je voelde gewoon op een gegeven moment dat we gingen winnen. En toen die finale tegen Spanje. Ja, dat is echt het dieptepunt uit mijn loopbaan. Ik moest langs die beker lopen maar mocht hem niet vastpakken. We waren zo dicht bij strafschoppen en toch ging die bal er nog in, drie minuten voor het einde van de verlenging."