"De spitsen hebben bovendien meer ervaring en zijn slimmer dan in Nederland, gemener ook"

Martins Indi wordt gegrepen en gezocht: "Niet erg, laat dat maar aan Bruno over"

10 oktober 2014 om 09:34

Alcohol vindt hij maar niets. Toch neemt Bruno Martins Indi met gepaste trots een fles champagne in ontvangst na de EK-kwalificatiewedstrijd van Oranje tegen Kazachstan. De 22-jarige verdediger speelt vrijdag zijn 25e interland voor het Nederlands elftal en krijgt, om dat te vieren, champagne en een zilveren schaal.

"Het gaat snel hè, 25 interlands in 2 jaar. Ik drink geen alcohol, dus die fles ga ik delen met de ploeg. Mits we een overwinning kunnen vieren natuurlijk", zegt Martins Indi in gesprek met het ANP. Tijd om terug te kijken en te genieten van zijn stormachtige ontwikkeling heeft hij nauwelijks.

"Ik ben steeds bezig me weer op te laden voor de volgende wedstrijd, maar soms word ik wel geconfronteerd met wat ik op jonge leeftijd al heb gepresteerd. Dan praat ik daar even over met mensen. Mijn mooiste interland was toch mijn debuut, twee jaar geleden tegen België. We verloren weliswaar, maar ik stond voor het eerst in het Nederlands elftal. Dat is iets wat iedere voetballer wil. Ook na 24 interlands is het nog steeds een eer als ik word opgeroepen. Ik hoop dat er nog heel veel wedstrijden in Oranje bijkomen."

Martins Indi is nog steeds dezelfde vrolijke jongen die zich in 2012 met een ontwapenende glimlach voor het eerst meldde bij Oranje. Waar de verdediger is, daar wordt gelachen. Grote verschil met toen is zijn rugzak met ervaringen, zoals 'BMI' het zelf omschrijft. "Ik ben dezelfde Bruno, alleen wel met meer bagage. Ik heb mezelf beter leren kennen als mens. Dat begint in het normale leven en vertaalt zich op het veld. Daardoor ben ik een betere voetballer geworden."

"De spitsen zijn slimmer dan in Nederland, gemener ook"
Het resulteerde na het zo succesvolle WK in Brazilië in een mooie transfer. De geboren Portugees verhuisde van Feyenoord naar FC Porto, waarmee hij actief is in de Champions League. Aanpassingsproblemen kende Martins Indi nauwelijks bij de Portugese topclub. Hij veroverde direct een basisplaats, beschikt met Julen Lopetegui over een Spaanse coach die aanvallend voetbal propageert en heeft als bijkomend voordeel dat hij de taal spreekt.

"Het is niet zo dat als je in Portugal gaat spelen, je meteen een topverdediger bent. Maar er wordt wel meer van je geëist. We hebben een Spaanse trainer, die houdt van kort en snel tikken, veel van kant wisselen. De spitsen hebben bovendien meer ervaring en zijn slimmer dan in Nederland, gemener ook. Ik ben al een paar keer naar mijn nek gegrepen en geschopt. Dat is niet erg, voetbal is voetbal, je leert je daar tegen wapenen. Laat dat maar aan Bruno over." (ANP)