Been heeft gemengde gevoelens: 'En niet alleen bij de topclubs, hè?'
Er zal binnenkort een congres plaatsvinden om de problematiek in het Nederlandse voetbal te bespreken. Trainer en analist Mario Been begrijpt dat, maar is desalniettemin erg te spreken over de ontwikkeling van talenten uit eigen land.
'Het blijft een uitstekende kweekvijver. Elke week trekt een parade aan jonge, veelbelovende spelers voorbij, de ene nog beter dan de andere', schrijft Been in een column voor Voetbal International. 'En niet alleen bij de topclubs, hè? Daley Sinkgraven van sc Heerenveen vind ik een heel groot talent. PEC Zwolle heeft met Jesper Drost, Mustafa Saymak en Ryan Thomas een paar goede voetballers, net als FC Groningen met Michael de Leeuw en Tjaronn Chery. En ook van Oussama Tannane van Heracles Almelo kan ik genieten.'
Been vervolgt: 'Dan heb je verder nog de wat bekendere spelers: Memphis Depay bij PSV, Ricardo Kishna van Ajax en Jordy Clasie en Karim El Ahmadi die ik op het middenveld bij Feyenoord heel goed vind spelen. Zij geven de Eredivisie kleur. Ik vind ook echt dat je onze competitie zo moet benaderen: kijk naar wat er wél loopt. Natuurlijk vertrekken elk jaar de beste spelers en wordt het allemaal steeds jonger, maar intussen overwinteren we met drie clubs in Europa, ik ga ervan uit dat Ajax die Cyprioten wel achter zich laat.'
'En zijn we toch derde geworden tijdens het WK. Zó slecht is het allemaal niet. Dat de KNVB een congres organiseert over de staat van ons voetbal, vind ik op zich wel goed. Ik ben altijd voorstander van zo’n discussie, mooi dat ook Johan Cruijff en Willem van Hanegem komen. Dat zijn toch de mensen naar wie je graag luistert als het gaat om voetbal', aldus de oud-trainer van Feyenoord.