Opmerkelijk: dopinggebruik in Nederland zo goed als bewezen, maar straf blijft uit
Ondanks de nodige bbewijzen ontloopt topklasser Spakenburg een tuchtzaak over het gebruik van doping. De Dopingautoriteit heeft in zijn onderzoek naar de kwestie te weinig hard bewijs om voetballers individueel te kunnen straffen, meldde het bureau woensdag.
Wel is aangetoond dat het verboden middel methylhexanamine minstens twee keer aanwezig was in de kleedkamer. "Dat het middel ook daadwerkelijk is gebruikt, is meer dan aannemelijk", concludeert het Nederlandse antidopingbureau, dat zijn onderzoeksrapport heeft gestuurd naar de KNVB en de club uit de Topklasse zelf.
De Dopingautoriteit stelde een onderzoek in naar aanleiding van een publicatie in NRC Handelsblad in augustus 2014. Daarin onthulden twee anonieme spelers dat een meerderheid van de selectie het prestatieverhogende middel had gebruikt in de kampioensjaargang 2011-2012. Methylhexanamine is een stimulerend middel; het geeft meer energie en vermindert de vermoeidheid. De dopingvorsers namen ruim twintig interviews af en verzamelden schriftelijke informatie.
De Utrechtse amateurclub stelde kort na de onthulling in NRC ook een intern onderzoek in. Het bestuur erkende meteen al dat het hoofd medische zaken in december 2011 een voedingssupplement in de kleedkamer heeft aangetroffen, dat niet was verstrekt door de medische staf. In dit supplement bleek een verboden bestanddeel te zitten.
De Dopingautoriteit kwam er tijdens zijn onderzoek achter dat de kennis over doping in de top van het amateurvoetbal 'zeer beperkt' is. De instantie vindt dan ook dat er meer voorlichting moet komen over doping en onder meer het gebruik van voedingssupplementen. De autoriteit gaat hierover in overleg met de voetbalbond KNVB. (ANP)