Feyenoord blijft achter: "De interesse wekken van de absolute top in Europa"
Waar Ajax en PSV cashten met transfers van bijvoorbeeld Daley Blind, Christian Eriksen, Kevin Strootman en Memphis Depay, daar moest Feyenoord het de afgelopen jaren doen met aanzienlijk kleinere bedragen. De Rotterdammers lopen achter en Martin van Geel heeft daar wel een verklaring voor.
Feyenoord kon de afgelopen jaren nooit een speler verkopen voor meer dan acht miljoen euro, terwijl Ajax en PSV regelmatig de grens van tien miljoen passeerden. "Marcel Brands (technisch directeur PSV, red.) heeft dat recent zelf goed uitgelegd in een interview", begint Van Geel in gesprek met Feyenoord Magazine. "Een transfersom hangt voor een groot deel samen met de kopende en de verkopende club. Hoe groter die clubs zijn, hoe meer geld er gevraagd kan worden."
"Clubs als Manchester United, Chelsea, FC Barcelona of Real Madrid zijn in staat om grotere transfersommen te betalen dan de clubs die daar onder zitten. Wij hebben afgelopen zomer spelers verkocht aan clubs als FC Porto, Lazio Roma, Southampton en Newcastle United, dat is toch een andere categorie dan de absolute top", vervolgt de technisch directeur. "Andersom werkt het ook zo: als wij een speler bij FC Groningen kopen, zijn wij daar doorgaans meer geld aan kwijt dan wanneer we iemand van RKC halen."
"Dat wij in dit opzicht nog niet hetzelfde aanzien hebben als Ajax en PSV, heeft er ook mee te maken dat zij meer sportieve successen boeken, terwijl zij ook in staat zijn om hogere salarissen te betalen", aldus Van Geel, die vorige zomer - met transfers van Stefan de Vrij, Bruno Martins Indi en Graziano Pellè - als een stap in de goede richting ziet. "Willen we spelers voor hogere bedragen gaan verkopen, dan zullen zij de interesse moeten wekken van de absolute top in Europa. Dat lukt vaak alleen als je ook prijzen wint. Dat is dus ook in dit opzicht de volgende stap die wij moeten zetten."