Gehele selectie van Ajax was transfervrij door beursnotering
Alle spelers van Ajax konden de club in 1998 transfervrij verlaten. De Amsterdammers gingen op dat moment over van een vereniging in een beursgenoteerd bedrijf (NV). Spelers mochten daarom weigeren om mee te gaan, want 'een vereniging kan niet naar de beurs', maar zijn niet geïnformeerd door Ajax.
Dit saillante detail kwam aan het licht tijdens de rechtszaak tussen Ajax en Shota Arveladze, die door de oud-speler werd gewonnen. Ajax vond dat het nog geld tegoed had van Arveladze, maar had zelf verzuimd om aan te geven of het loon van Arveladze destijds bruto of netto was. In die zaak claimde Arveladze dat Ajax ook had moeten aangeven dat spelers na de beursgang transfervrij waren, zo meldt Quote, dat beschikt over de gehele uitspraak.
Arveladze werd inzake de laatste uitspraak in het ongelijk gesteld. Ajax hoefde spelers niet te informeren over hun transfervrije status, de informatieplicht is pas in 2002 ingevoerd. De rechter meldde wel dat spelers transfervrij weg konden. En dat is opvallend, aangezien in die periode spelers als Frank de Boer en Ronald de Boer al een toptransfer konden maken naar FC Barcelona.
Ajax en de broertjes De Boer bezochten de arbitragecommissie om het uit te vechten. Maar die commissie stelde Ajax in het gelijk, ondanks het feit dat de spelers eigenlijk transfervrij weg konden. De broertjes De Boer mochten uiteindelijk alsnog weg en dat is een verstandig besluit van Ajax, gezien de hiervoor genoemde transfervrije status.