Van Gaal is 'big spender', keurige Koeman, begroting Feyenoord is monopoliegeld
De transferperiode is weer gesloten en we zullen weer even moeten wennen aan spelers in hun nieuwe shirtjes. Sommige dingen veranderen gelukkig nooit, zo zijn Premier League-clubs weer zéér kwistig geweest met hun geld. In totaal is er méér dan 1,2 miljard euro gespendeerd door de twintig clubs in de afgelopen drie maanden, een gigantisch bedrag. VoetbalPrimeur zet de cijfers op een rijtje.
Het mag geen grootse verrassing zijn dat de twee clubs uit Manchester het meeste uitgaven aan transfers. Louis van Gaal heeft zijn United voor de tweede zomer op rij flink verbouwd en daarbij zijn kosten noch moeite gespaard. Tekenend voor de Premier League is dat een net gepromoveerde club als Watford een bedrag gelijk aan de begroting van Feyenoord er als monopoliegeld doorheen heeft gejast.
Ontevreden spelers leveren alsnog veel op
Toch weten clubs dat ze ook wat geld moeten binnenhalen om al die dure transfers te kunnen bekostigen. Liverpool wist Manchester City ervan te overtuigen dat het een goed idee is om 68 miljoen euro uit te geven voor een speler die heel graag weg wilde (Raheem Sterling). United lukte hetzelfde bij Paris Saint-Germain (Ángel Di María).
Koeman keurig, onherkenbaar 'Nederlands' Newcastle
Uiteindelijk eindigden alle ploegen in het rood in het balansboekje, maar sommige clubs hadden de zaken een stuk beter op orde dan anderen. Het Southampton van Ronald Koeman komt heel dichtbij het 'break-even point' wat transfers betreft. De penningmeester die het meest moet zweten – naast die van City en United – is die van het Nederlands getinte Newcastle United. Dat is opmerkelijk, want eigenaar Mike Ashley heeft jarenlang de hand op de knip gehouden, totdat Steve McClaren werd aangesteld deze zomer. Voor Georginio Wijnaldum werd liefst twintig miljoen euro betaald, terwijl Aleksandar Mitrovic en Florian Thauvin (beiden ruim achttien miljoen) ook fors werd geïnvesteerd.
De allergrootste transfers
Welke spelers dan het allerduurst waren? Met die eer gaat een Belg aan de haal. Kevin de Bruyne kostte Manchester City liefst 78 miljoen euro. Vrij veel voor een speler die eerder nog niet 'goed genoeg' was voor Chelsea, aldus José Mourinho. Met Raheem Sterling (68 miljoen) bezet City ook de tweede plek. Koning Louis staat wel op de derde plaats: Anthony Martial kostte bijna vijftig miljoen euro, een bedrag dat door bonussen overigens nog fors kan oplopen. Christian Benteke (46,5 miljoen, Liverpool) en Nicolás Otamendi (44,5 miljoen, Manchester City) maken de top-vijf compleet.