Probleem van falend Oranje geanalyseerd: 'We zijn de panda's van Europa'
Waar is het exact misgegaan met het Nederlands elftal? Online medium De Correspondent dook in de statistieken en stelt onder meer vast dat het probleem 'm zit in het feit dat Oranje té vaak de bal heeft en wil hebben.
'Wie de statistieken van de wedstrijden van het Nederlands elftal in de EK-kwalificatiereeks bekijkt, zal zien dat Nederland tegen elke tegenstander het meeste de bal had. Dat lijkt een teken van kracht. Een hoog percentage balbezit is een gedeeld kenmerk van sterke ploegen. Neem sterke landen als Duitsland, Spanje en België, of neem clubteams als Barcelona, Bayern München, Real Madrid of Manchester City, en je zult zien dat ze veel balbezit hebben', begint de analyse.
'Maar er is een probleem met het balbezit van het Nederlands elftal: het is volstrekt ongevaarlijk. Want ja, we hebben de bal, maar we hebben de bal op onze eigen helft of net over de middellijn – op plekken waar de tegenstander het niet erg vindt of zelfs wil dat we de bal vaak hebben.'
'In theorie is dit eenvoudig te verhelpen. Bondscoach Danny Blind hoeft alleen maar tegen zijn spelers te zeggen: speel de bal sneller naar voren, het liefst direct nadat je hem hebt veroverd. Blind zou een voorbeeld kunnen nemen aan Roger Schmidt, die zijn Bayer Leverkusen een soort rock 'n' roll-voetbal laat spelen. Maar in de praktijk zal dit niet gebeuren of kunnen. (...) We zijn de panda's van het Europese voetbal: lusteloos, opwindingsvrij. En er is geen beweging in te krijgen', luidt de conclusie.