Repeterend verhaal bij Ajax: "Ik kan zo inderdaad niet iemand opnoemen"
Ajax en spitsen: het blijft een moeizaam huwelijk. Ook dit seizoen worstelt Frank de Boer wederom met de invulling van de nummer 9-positie in zijn elftal. De lat ligt dan ook wel erg hoog voor een Ajax-spits, weet ook de Siem de Jong.
"Een Ajax-spits moet doelpunten kunnen maken, maar dat alleen is niet voldoende. Wat voor het team geldt, is ook voor de aanvaller van toepassing. De manier waarop een overwinning tot stand komt, weegt soms net zo zwaar", legt de huidig speler van Newcastle United uit aan Voetbal International. "Een nummer 9 van Ajax moet dus ook kunnen meevoetballen, aanspeelbaar zijn en daarnaast bij balverlies ook nog zijn arbeid leveren in het druk zetten op de tegenstander."
De Jong begon bij Ajax als aanvallende middenvelder, maar vond zichzelf ook vaak terug in de spits. "Ik had er nooit moeite mee als de trainer me daar opstelde. Hij wist waar mijn kracht en zwaktes lagen als spits", aldus de rechtspoot. "Ik was geen type dat alleen maar loerde op zijn doelpunten, juist niet. Ik wilde meevoetballen, veel aan de bal komen en met mijn spel ervoor zorgen dat we ons als team konden verplaatsen richting het vijandelijke doel."
Patrick Kluivert was eigenlijk de laatste speler uit eigen jeugd die uitgroeide tot een succesvolle Ajax-spits. Maar dat is inmiddels al ruim twintig jaar geleden, weet ook De Jong. "Ik kan zo inderdaad niet iemand opnoemen die ik vanuit de jeugd heb zien doorbreken als spits. Het is ook geen makkelijke positie. En als je aan de lopende band scoort, dan is de kans groot dat je in Nederland al op zeer jonge leeftijd wordt weggeplukt. Soms al in de jeugd zelf. Daarom vind ik het lastig om de leegte te verklaren vanuit de eigen kweek."