Brands mengt zich in gevoelige discussie: "Dát moet het streven zijn"
De discussie over kunstgras in het Nederlandse voetbal kreeg donderdag een nieuwe slinger, door een bijeenkomst van de KNVB op Papendal. Daar werd over 'het ideale veld' gediscussieerd.
In vrijwel geen enkel Europees land liggen zoveel kunstgrasvelden als in Nederland. Dat is een doorn in het oog van veel clubs, die het zien als competitievervalsing. Op de bijeenkomst werd duidelijk dat het spelen op kunstgras weinig invloed heeft op de wedstrijd, zag Marcel Brands.
"De uitslagen worden niet of nauwelijks beïnvloed door het spelen op kunstgras. Vaak heeft kunstgras het beeld van competitievervalsing, maar dat is wetenschappelijk helemaal niet aangetoond", reageert de technisch manager van PSV én lid van het technisch platform van de voetbalbond tegenover het kanaal van de KNVB.
"Ook met blessures is het geen substantieel verschil. Enkelblessures zijn er wat meer, knieblessures wat minder", stelt Brands, die ook belangrijke kanttekening plaatst. "Aan de andere kant is er nog niet heel veel data en onderzoek beschikbaar, omdat nog niet zoveel landen en clubs op kunstgras spelen. Dus we hebben wat huiswerk."
Brands vindt het tijd om niet langer van voor- en tegenstanders te spreken, zo laat hij weten aan Metro. "We moeten veel meer toe naar gelijkheid. Ik denk dat het heel belangrijk is dat alle clubs in een competitie op hetzelfde veld moeten spelen. Dát moet het streven zijn.”