Milik in de leer bij trainer: "Hij was er in zijn spelerstijd goed in"
Bij veel Ajax-supporters heeft Arkadiusz Milik nog niet volledig weten te overtuigen als Ajax-spits, maar één kwaliteit van de Pool staat buiten kijf: het linkerbeen. Milik is in Amsterdam bezig deze kwaliteit nog verder te ontwikkelen en wil dit bovendien koppelen aan een hoger rendement bij vrije trappen.
"In mijn jeugdjaren nam ik alle vrije trappen. Bij Bayer Leverkusen is dat verwaterd, omdat ik daar vrijwel nooit speelde. Bij Ajax ben ik er serieus op gaan oefenen. Na de training even lekker op doel schieten, met een idee erachter", zo vertelt de spits in gesprek met Voetbal International. "Na een dag of vijftien had ik de vrije schop te pakken die me de meeste kans op succes geeft. Het was echt een beetje puzzelen: hoeveel stappen bezorgen me de ideale aanloop, hoe zet ik mijn standbeen het beste neer, welke lichaamshouding hoort daarbij?"
"Alle details moeten kloppen, anders lukt het me niet. Na verloop van tijd ging het me steeds makkelijker af, er ontstond vastigheid. De ideale afstand tot het doel is voor mij rond de twintig meter. Ik kan met mijn wreef hard schieten, maar vrije trappen neem ik met de binnenkant van mijn voet. Dan moet je niet te ver af staan. De trainer was er in zijn spelerstijd goed in. Soms geeft hij tips."
Nu is het doel voor Milik om zich ook daadwerkelijk te onderscheiden met 'de vrije trap'. "De volgende stap is dat ik ze tijdens wedstrijden raak ga schieten. Op een of andere manier is de situatie steeds net niet goed voor mij. De ene keer ligt de bal te ver van het doel, dan is het beter dat Gudelj of Schöne erachter gaat staan. Of we krijgen een vrije trap aan de linkerkant. Maar zodra de kans zich voordoet, wil ik toeslaan. Raak schieten op de training is leuk, maar het gaat om het echte werk."