'Hij was laaiend enthousiast. We móéten Janssen halen, maar het kon niet'
Alfred Schreuder ziet een klein halfjaar na zijn vertrek bij FC Twente de puzzelstukjes in elkaar vallen. Als trainer en technisch manager van de Enschedese club was hij vaak aan handen en voeten gebonden, naar nu blijkt met een goede reden.
Schreuder snapt nu waarom spelers als Nacer Chadli en Quincy Promes ineens verkocht werden én waarom veel inkomende transfers op het laatste moment afketsten. "Vincent Janssen wordt momenteel zelfs richting het Nederlands elftal gepraat", neemt de huidige assistent-trainer van Hoffenheim als voorbeeld in gesprek met Voetbal International.
"Anderhalf jaar geleden was Evert Bleuming, de hoofdscout van FC Twente, al laaiend enthousiast over hem. Die móéten we halen, zei hij. Het kon niet. De club kon zelfs geen transfersom van drie ton betalen. Nu begrijp ik wel hoe nijpend de situatie toen was", vervolgt Schreuder, die nog één keer terugblikt op zijn gedwongen vertrek uit de Grolsch Veste.
"Ik vind dat zonde. Vooral de manier waarop alles gegaan is... Ik vond niet dat ik dat verdiend had. Schrijnend", zegt hij. "Na die spandoeken wist ik wel hoe het zou aflopen. Vroeg of laat. Maar mensen die me goed kennen, weten hoe ik in zo'n situatie ga reageren. Ik ben wel een vechter, dan."