De beste spits: terwijl Janssen-transfer lonkt, is het rond De Jong opvallend stil

17 juni 2016 om 12:00

Terwijl Vincent Janssen deze zomer lijkt te kunnen kiezen uit clubs als Manchester United, Tottenham Hotspur en VfL Wolfsburg, is het rond die andere Eredivisie-topspits, Luuk de Jong, nog opvallend stil. En dat is gek, want beiden hebben een geweldig seizoen in de Eredivisie achter de rug. Maar wie was statistisch gezien de beste spits? PSVPrimeur analyseert de cijfers van De Jong ten opzichte van die van Janssen.

Janssen heeft de enorme belangstelling uit het buitenland natuurlijk mede te danken aan zijn titel als topscorer van Nederland. De AZ-spits trof één keer vaker doel dan De Jong, 27 om 26, maar de PSV’er was wel een waardevollere speler. De Jong was betrokken 35 doelpunten van PSV, terwijl Janssen een aandeel had in 31 AZ-goals.

Goals
Een opvallend verschil tussen de twee spitsen in de manier van scoren is het maken van de doelpunten met het hoofd: Janssen maakte er twee met zijn kop, De Jong liefst dertien, vijftig procent van zijn goals dus. Beiden hebben geen probleem met ‘tweebenig’ scoren: Janssen trof vijftien keer doel met zijn linker en tien keer met zijn rechter, De Jong zes keer met zijn linker en zeven keer met zijn rechter. Vijf doelpunten van Janssen kwamen vanaf de penaltystip (drie voor De Jong) en negen uit een standaardsituatie (elf voor De Jong). Zowel Janssen als De Jong maakte al zijn goals van binnen het strafschopgebied.

Schoten
Opvallend is dat Janssen het wel heel vaak van buiten de zestien probeert, maar daar in geen enkel geval uit scoort. Van de in totaal 151 schoten kwamen er 35 van de AZ-spits van buiten het strafschopgebied, zonder succes dus. De Jong kwam buiten de zestien bijna nooit in de gelegenheid om te schieten: van de 131 pogingen kwamen er slechts 6 van een grotere afstand dan zestien meter. Ook zonder goal tot gevolg. Het percentage schoten dat tussen de palen belandt is bij De Jong nét iets hoger dan bij Janssen: 57 procent van de schoten van de PSV’er waren on target, tegenover 55 procent voor zijn collega bij Oranje.



Passing
De Jong zette zijn ploeggenoten vaker in stelling dan Janssen. Naast zijn negen assists gaf hij 64 keer een pass waar een schot op doel uit voortkwam. Janssen (vier assists) deed dat 56 keer. Als aanspeelpunt werd Janssen minder betrokken dan De Jong (823 passes, om 1040 voor De Jong), wat natuurlijk ook te maken heeft met de dominantere speelwijze van PSV ten opzichte van AZ. Janssen was wel zuiverder in de passing: 73 procent van zijn passes kwam aan, tegenover 70 procent voor De Jong. Ongeveer de helft van de passes van Janssen ging naar voren, bij De Jong ligt dat aantal onder de vijftig procent.

Duels
De Jong is natuurlijk de sterkere spits in de duels, dat is ook de rol die hij in een elftal speelt. De PSV’er won 157 kopduels, 61 procent. Janssen won slechts 21 kopduels, bijna 34 procent. Alle duels bij elkaar genomen kruipt Janssen dichter naar De Jong toe: vijftig procent van zijn duels won hij, De Jong 56 procent. Janssen is meer de speler die beter met zijn gezicht naar de goal kan spelen. Zijn slagingspercentage van dribbels in één-op-één duels met verdedigers ligt dan ook hoger: in 46 procent van de dribbels slaagde hij erin een tegenstander te passeren. Bij De Jong ligt dat aantal op 35,6 procent.

Conclusie
Janssen en De Jong stellen de diversiteit van de spitspositie tentoon. Janssen is meer de komende man, de spits die een mannetje kan passeren en over de grond sterk is. De Jong is de speler waar je een elftal aan ophangt, een duelwinnaar, een aanspeelpunt en passer. Opvallend is de rol die De Jong daarbij ook voor anderen speelt: hij scoort niet alleen zelf, maar brengt ook ploeggenoten vaak in positie om te scoren.

Dat de spitsen ontzettend aan elkaar gewaagd zijn blijkt niet alleen uit de verhoudingen in doelpunten: in de duels en accuraatheid van de schoten valt het kwartje nét de kant van De Jong op, terwijl Janssen het wint in dribbels en passing. Beiden zijn een verschillend type spits waar in de Premier League vraag naar is: zien we volgend seizoen dus Janssen én De Jong niet meer in de Eredivisie terug?