Sparta te laat op gang tegen Heracles
Heracles en Sparta zijn bezig aan de weken van de waarheid. Elk punt is welkom in de strijd tegen degradatie. Dat was duidelijk zichtbaar in Almelo. Beide ploegen speelden met het hart, waardoor het duel ontaarde in een zinderend schouwspel. Zowel Sparta als Heracles zochten de grenzen op en gingen indien nodig erover heen. Toch bleek Heracles het meest te profiteren van die ontwikkeling. In de eerste helft waren de mannen van Peter Bosz het gevaarlijkst. De treffer van Kwamé Quansah mocht dan ook niet onverdiend worden genoemd, aangezien Heracles in de 43 minuten daarvoor al meerdere mogelijkheden had gemist. Sparta kon daar, buiten veel strijd, weinig aanvallende dreiging tegenover stellen. In het begin van de tweede helft bleef het spelbeeld eigenlijk gehandhaafd, met Heracles als felste partij. Dat zorgde opnieuw voor aanvallende dreiging via onder meer Gertjan Tamerus en gelegenheids-rechtsback Mika Nurmela. Naar mate de tweede helft vorderde werd Sparta gevaarlijker. Eigenlijk na het inbrengen van Ivan Cvetkov werden de Rotterdammers dreigender. Diezelfde Cvetkov was met een goed schot in de buurt van een treffer. In de slotfase van het duel werd Sparta nog dwingender, waarbij Heracles eigenlijk nog amper bij het doel van René Ponk kwam. Toch lukte het de mannen van Wiljan Vloet niet de gelijkmaker nog te forceren. Daardoor behoudt Heracles drie zeer belangrijke punten.