'Gek genoeg is de Arena sindsdien niet luidruchtiger, maar stiller geworden'
In zijn wekelijkse column voor Het Parool heeft Menno Pot over de zogeheten 'fluitgeschiedenis' van de Amsterdam Arena. Dit naar aanleiding van uitspraken van Jaïro Riedewald, die opmerkte dat collega-verdediger Davinson Sánchez altijd fluit wanneer hij de bal wil hebben.
'Dankzij Jairo Riedewald weten we sinds een paar dagen dat Davinson Sánchez fluit als hij de bal wil hebben', schrijft Pot in de Amsterdamse krant. 'Volgens nieuwsberichtjes op internet was het 'sommige supporters' opgevallen bij Ajax-Heracles: af en toe een scherp, schel fluitje over het veld. Nou, mij niet. Misschien word ik doof. Misschien ben ik op Noord B te ver van Sánchez verwijderd. Aan mijn medesupporters lag het in elk geval niet: het Ajaxpubliek kan plechtig stil zijn, een Amsterdamse specialiteit.'
'De Arena heeft een markante fluitgeschiedenis. Wie herinnert zich niet de nazomer van 1996, toen Ajax dat grote, blinkende stadion net had betrokken? Het bestuur had van de verhuizing gebruikgemaakt om de F-side uit elkaar te halen en over het stadion te verspreiden. De sfeer sloeg prompt dood als een biertje in een vet glas. Geen Ajacied wist wat ie beginnen moest in die immense betonnen klankkast.'
Sindsdien is er volgens Pot echter veel veranderd. 'Het bestuur van nu haalt lastige groepen niet uit elkaar, maar zet ze juist samen in één vak. Gek genoeg is de Arena van de samenvoeging niet luidruchtiger maar stiller geworden dan hij de laatste jaren was. Helaas produceerden de supporters toch te veel rumoer om de fluitjes van Sánchez voor mij hoorbaar te maken. Volgende keer graag nog stiller dus, want ik wil hem graag horen, de Colombiaanse zangvogel van Ajax. De club doet er verstandig aan het schuifdak deze zomer dicht te houden om te voorkomen dat hij wegvliegt.'