Waar zijn de Chinese miljoenen? Transfermarkt al dicht en 375 miljoen minder
De laatste jaren werd het met de transferperiode gekker in China: steeds grotere bedragen werden neergelegd om steeds grotere spelers te halen. Deze zomer is het opvallend stil vanuit China met slechts voor 28 miljoen euro aan transfers. Waarom?
In China sloot de transferperiode op 14 juli al. Voor de Super League was dit een tussentijdse transferperiode: het seizoen in het Aziatische land loopt van maart tot november en dus zijn de selecties al redelijk op orde. Toch was de zomerse transfermarkt voor Chinese clubs de ideale kans om spelers bij hun Europese werkgevers weg te kopen. Er werd echter slechts 28 miljoen euro aan transfers uitgegeven in China, en dat is niets in vergelijking met de 403 miljoen euro in de winterse transferperiode of de 140 miljoen euro in de zomer van 2016.
De Chinese transfermarkt kende slechts drie 'grote' deals: Adrien Ramos werd voor twaalf miljoen euro gekocht door Chongqing Lifan, Köln-spits Anthony Modeste gaat voor 5,7 miljoen euro bij Tianjin Quanjian op huurbasis spelen (met een optie tot koop van 29 miljoen euro) en Benjamin Moukandjo werd door Jiangsu Suning gekocht voor 5,5 miljoen euro. Afgelopen winter zouden die transfers als kleine deals worden bestempeld. Toen was het Carlos Tévez die de bestbetaalde speler ter wereld werd bij Shanghai Shenhua, Oscar die voor 60 miljoen euro naar Shanghai SIPG trok en Axel Witsel die voor 20 miljoen euro bij Tianjin Quanjian tekende.
Transfergekte aan banden gelegd
Het waren die en vele andere exorbitante transfers die de Chinese overheid en voetbalbond deden besluiten om in te grijpen. Er werden de afgelopen maanden nieuwe regels ingevoerd waardoor clubs onder meer niet meer dan drie buitenlanders mogen opnemen in de wedstrijdselectie. Voor elke buitenlander die speelt moet bovendien een Chinese speler onder de 23 jaar spelen.
Nog meer impact heeft de regel die vorige maand doorgevoerd werd: de buitenlandersbelasting. Clubs die zes miljoen euro of meer zouden betalen voor een buitenlandse speler moesten datzelfde bedrag overmaken naar een fonds voor Chinese talentenontwikkeling, opgezet door de Chinese voebalbond. Hiermee wilde de federatie de ontwikkeling van jonge talenten uit eigen land stimuleren. De 'belasting' gold tot het einde van de zomerse transferperiode in China op 14 juli.
Waarschijnlijk heeft nog geen enkele club die belasting moeten betalen. Ramos vertrok weliswaar voor twaalf miljoen euro naar Chongqing, maar die deal werd in januari al gesloten. De transfer van Moukandjo kostte, toevallig of niet, net onder de zes miljoen euro. Alleen als Tianjin Quanjian besluit om Modeste voor 29 miljoen euro definitief over te nemen is er een kans dat de buitenlandersbelasting betaald moet worden, mocht de maatregel worden verlengd.
Op het eerste gezicht lijken de nieuwe regels dus het beoogde effect te hebben. Selecties met een aantal buitenlanders in de selectie kunnen niet zomaar de markt op om nog meer niet-Chinezen te halen en als een club een ster wil halen, dan moet het zoveel extra geld betalen dat een deal meteen een stuk minder interessant wordt. China heeft de ambitie om het WK op termijn te organiseren en te winnen en wil een betere toekomst voor de nationale ploeg. Door meer Chinese talenten een kans te geven moet dat gerealiseerd worden. China zal de oorlog met de rijke clubeigenaren met ambitieuze transferdromen blijven voeren.