Robben verzet zich tegen Oranje-systeem: "Moet je écht veel kwaliteiten hebben"
Arjen Robben ziet het wel zitten om centraal in de aanval te spelen bij het Nederlands elftal. Tegen Frankrijk kwam hij amper aan de bal in het eerste halfuur omdat hij volledig werd vastgezet op de rechterflank.
"Kan een optie zijn, wat mij betreft. Maar het is aan de trainer, want je hebt wel met een heel elftal te maken", zegt Robben over een centrale rol in het Algemeen Dagblad. "Onder Pep Guardiola heb ik op meerdere posities gespeeld. Spits, achter de spits, zelfs vanaf het middenveld. Maar dan heb je het wel over de meester van de tactiek, de meest geniale voetbaltrainer die er momenteel rondloopt."
Robben verzet zich al een tijdje tegen het 4-3-3-systeem van Oranje, dat terugkeerde na het WK 2014 met Louis van Gaal. "Neem het WK-systeem in Brazilië, dat deden we omdat we kwetsbaar waren. Na dat WK is er teruggeschakeld naar 4-3-3, die ombuiging is niet goed gegaan", zegt de Bayern München-aanvaller. Als rechtsbuiten merkt hij dat als geen ander. "Ik ben de eerste om zelfkritisch te zijn, maar als rechtsbuiten blijf je wel afhankelijk van de teamprestatie. Als je niet wordt bereikt, kun je hoog of laag springen. Dat is meteen ook hét nadeel aan 4-3-3, dan moét je het spel kunnen maken, dan moét je echt veel kwaliteit hebben als team. Dat hebben we niet meer, ook niet toen bij het WK."