Armetierig Oranje houdt wonderbaarlijk stand tegen viervoudig wereldkampioen
Het Nederlands Elftal heeft de vriendschappelijke interland tegen Italië met 1-1 gelijk gespeeld. Dat Oranje slechts één tegentreffer incasseerde, mag gerust een wonder genoemd worden. Met name in de eerste helft was het spel onthutsend zwak, maar weigerde de viervoudig wereldkampioen toe te slaan.
Na de rust kwam Nederland iets beter voor de dag en namen de kansen op een resultaat toe, zeker nadat Domenico Criscito met rood was weggestuurd. De verdediger had de doorgebroken Ryan Babel neergehaald en uit de vrije trap die volgde dwong Memphis Depay doelman Mattia Perin tot een volledige strekking. De aanvaller van Olympique Lyon was ook met een kopbal dichtbij een doelpunt. Veel meer wisten de mannen van Ronald Koeman niet uit te richten tegen de stugge Italianen, die vlak voor de rode kaart op voorsprong waren gekomen.
Die treffer werd gemaakt door Simone Zaza, die bij een voorzet van Federico Chiesa voor Virgil van Dijk kwam en Jasper Cillessen passeerde. De aanvoerder van Oranje ging niet vrijuit. Voor Italië, dat deze zomer voor het eerst sinds 1958 zal ontbreken op het WK, was dit al de zoveelste mogelijkheid. In het eerste bedrijf tikte de formatie van Roberto Mancini de gasten geregeld van het kastje naar de muur. Lorenzo Insigne, Simone Verdi en Jorginho hadden de 1-0 kunnen maken, maar faalden in de afronding. Keer op keer stond Cillessen in de weg en één keer haalde Ruud Vormer, voor het eerst in de basis, de bal van de doellijn.
Een nederlaag leek zich aan te kondigen voor Nederland, maar één van de zes invallers bepaalde de eindstand toch nog op 1-1. Met nog drie minuten op de klok, kopte Nathan Aké een voorzet van Steven Berghuis tegen de touwen. Hoewel de remise nog enigszins positief genoemd kan worden, zullen de kopzorgen voor Koeman alleen maar zijn toegenomen in de aanloop naar de Nations League. Deze gaat van start op 9 september, met een uitwedstrijd tegen Frankrijk.