Van Geel waarschuwt: 'Daar moeten we als Nederlands voetbal wel voor oppassen'
Martin van Geel, algemeen directeur van Willem II, merkt dat er in de Eredivisie steeds meer buitenlandse voetballers spelen. Dat hoeft niet per se een slechte ontwikkeling te zijn, weet Van Geel, die wel op zijn hoede is.
"Als dat spelers zijn die topkwaliteit bieden is dat goed, maar het wordt een probleem als het doorsnee spelers zijn", vertelt de algemeen directeur in gesprek met De Telegraaf. Van Geel stond eerder als technisch directeur onder contract bij Willem II, AZ, Ajax, Roda JC en Feyenoord. Bij al die clubs maakte hij gebruik van een 'vijfstappenplan' in de zoektocht naar versterking. "Eerst keek ik altijd in de eigen opleiding of daar een speler liep die ons verder kon helpen."
Af en toe moet je doorschakelen, weet Van Geel. "Was zo'n talent niet aanwezig, dan ging ik op zoek naar een Nederlandse speler. Optie drie was een speler uit een buurland of Scandinavische speler, optie vier een speler uit de rest van Europa en dan pas gingen we naar een speler van buiten de EU kijken. De keuze valt nu wel vaak op optie drie of vier. Dat is geen sportieve keuze, maar puur een financiële keuze. We hebben liever Nederlandse spelers, maar het is de realiteit dat spelers uit andere Europese landen goedkoper zijn qua salaris en dat er ook vaak gemakkelijker onderhandeld kan worden met buitenlandse clubs."
Eigen karakter
Van Geel merkt wel op dat Nederlandse clubs op moeten passen dat er niet teveel buitenlanders naar de Eredivisie gehaald worden. "Laat ik vooropstellen, dat ik niks tegen buitenlanders heb in ons voetbal. Maar het kan wel een probleem worden, als er te veel doorsnee spelers uit het buitenland komen, die de doorstroming van Nederlands talent in de weg gaan staan. Daar moeten we als Nederlands voetbal wel voor oppassen. Je moet voorkomen, dat je je eigen karakter verliest", sluit hij af.