Van Axel Dongen klopt op de deur bij Ajax: 'De arts had nog nooit zoiets gezien'
Amourricho van Axel Dongen, toptalent uit de Ajax-opleiding, klopt nadrukkelijk op de deur bij het eerste elftal. Zijn trotse ouders, Otmar en Cherrel, bespreken met Ajax Showtime de stormachtige ontwikkeling van de tiener bij de Amsterdammers. Zowel de vader als moeder hopen dat de aanvaller nog lang bij de regerend landskampioen speelt.
De zeventienjarige linksbuiten kwam inmiddels tot twee optredens voor het vlaggenschip Ajax. Zijn fysieke gesteldheid zorgde in het verleden voor kopzorgen. "Amo is heel massief en hij heeft veel spiermassa, dat maakte het ook lastiger om die groeiblessures te behandelen", vertelt Cherrel aan het medium. "We hadden een keer een medisch onderzoek en toen gaf de arts aan nog nooit zoiets te hebben gezien."
"Het bovenlichaam van Amourricho is zoals het hoort te zijn voor iemand van zijn leeftijd, maar hij heeft het onderlichaam van een volwassen man. Daardoor moet zijn bovenlichaam harder werken om het onderlichaam goed te kunnen laten functioneren. Dat zorgt voor hamstring-, knie- en liesblessures", vervolgt de moeder van Van Axel Dongen.
Nadat de jongeling de Abdelhak Nouri Trofee (de prijs voor grootste talent uit de jeugdopleiding) won, kreeg hij via Instagram een bericht van zijn grote voorbeeld Clarence Seedorf. "Dat was écht een heugelijk moment. Amourricho vond dat heel mooi en het motiveert hem om door te gaan", onthult Otmar.
Ondanks de jonge leeftijd van Van Axel Dongen toonde diverse clubs uit het buitenland interesse in hem. "Zowel hijzelf als wij vonden het te vroeg om bij Ajax te vertrekken", vervolgt de vader. "Uit de geschiedenis blijkt het: negen van de tien jongens komen op een gegeven moment terug en dan beland je bij PEC Zwolle of FC Groningen. We zijn van mening dat Amo zich bij Ajax het best kan ontwikkelen."
Geld is geen drijfveer in de besluitvorming. Het draait om de sportieve toekomst van de talentvolle voetballer. "Kijk, wij zijn niet rijk, we hebben het niet breed. Maar we zijn ook niet zo gek dat we achter het geld aan gaan rennen. Als dat moet komen, dan komt dat vanzelf wel", besluit Otmar.