15 maart is D-Day: grote coëfficiëntenbelangen tijdens Ajax-Benfica
Gaat Ajax of Benfica door naar de kwartfinales van de Champions League? Beide clubs kunnen dinsdag gouden zaken doen voor hun land, met het oog op de strijd om plek zes op de coëfficiëntenranglijst. VoetbalPrimeur maakt de balans op en blikt vooruit.
De vorige Europese midweek had nauwelijks beter kunnen beginnen voor Nederland. Sporting Portugal sleepte nog een gelijkspelletje uit het vuur tegen Manchester City, maar ligt uit Europa. Dat lot hangt ook FC Porto boven het hoofd, nadat het zijn Europa League-tweeluik met Olympique Lyon opende met een thuisnederlaag. Frankrijk is hierdoor wel wat uitgelopen op de coëfficiëntenranglijst, maar Peter Bosz kan Nederland in de return een meer dan uitstekende dienst bewijzen, in de strijd met Portugal.
Gezien de resultaten van de donderdag is dat ook meer dan welkom. Nederland is nog steeds de nummer zes in de virtuele UEFA-ranking over komend seizoen, maar heeft – met vier tegen één – een grote kans laten liggen om verder uit te lopen. Sporting Braga won van AS Monaco en verdiende 0.333 voor Portugal. Samen met de 0.167 voor Sporting Portugal is het totaal net iets lager dan wat Feyenoord, Vitesse, PSV en AZ in de Conference League verdienden: 0.400 voor de overwinning van Feyenoord en 0.200 voor de spectaculaire remise van PSV.
Middenmoot van virtuele stand coëfficiëntenranglijst 2022/2023
5. Frankrijk 46.248
6. NEDERLAND 43.400
7. Portugal 42.216
Nu gaan we vrolijk verder, met een heel belangrijke wedstrijd op dinsdag 15 maart in het verschiet: pakt Ajax dan de (bonus)punten tegen Benfica of wordt het juist een Portugees coëfficiëntenfeestje in de Johan Cruijff Arena? Twee dagen daarna mogen Porto (en Braga) proberen Europa League-bonussen te pakken en werken PSV, Feyenoord, AZ en Vitesse hun Conference League-returns af.
Hoe dan ook: als Ajax afrekent met Benfica, moet het alsnog wel heel raar lopen, wil Nederland de dit seizoen opgebouwde virtuele voorsprong nog weggeven. In dat geval lost Nederland over een paar maanden, als de punten over 2017/2018 eindelijk komen te vervallen, dus Portugal af als nummer zes van Europa. Én mag het die positie tot medio 2023 verdedigen, om een extra direct Champions League-ticket te verdienen. Dat de coëfficiëntenranglijst over 2020/2021 bepalend is voor de ticketverdeling van volgend seizoen, is in het voordeel van Nederland: 'we' mogen volgend seizoen namelijk opnieuw vijf clubs afvaardigen, terwijl Portugal nog met zes clubs actief is.
En dat is eerder een last dan een lust voor Portugal, omdat de nummers vijf en zes – naast Porto, Benfica, Sporting en Braga – meestal snel klaar zijn, maar de behaalde punten wel een heel seizoen lang door zes gedeeld moeten worden. De punten die Nederland pakt zijn ook volgend seizoen dus meer waard. Als het weer net zo'n succesvol seizoen wordt, kan Portugal altijd nog op grote achterstand worden gezet.
Voor de volledigheid: zo ziet de huidige top-tien op de coëfficiëntenranglijst eruit.
1. Engeland 102.069 (16.428) (6/7)
2. Spanje 92.713 (15.000) (6/7)
3. Italië 74.902 (13.714) (3/7)
4. Duitsland 72.356 (13.357) (4/7)
5. Frankrijk 57.748 (16.083) (5/6)
6. Portugal 51.882 (11.416) (3/6)
7. NEDERLAND 46.300 (16.200) (5/5)
8. Oostenrijk 38.450 (10.000) (1/5)
9. Schotland 35.300 (6.300) (1/5)
10. Rusland 34.482 (5.300) (0/5)
(Tussen haakjes: het aantal punten van dit seizoen en het aantal vertegenwoordigers)
Bron: Bert Kassies
(Hein Nooijens/VoetbalPrimeur)