PSV en Ajax op rapport: Sangaré absolute uitblinker, vier onvoldoendes bij Ajax
Vlak voor de ontknoping van de titelrace heeft PSV in De Kuip een gevoelige tik uitgedeeld aan Ajax. De Eindhovenaren maakten op Eerste Paasdag een 0-1 achterstand goed en legden, mede door twee afgekeurde treffers van Ajax, beslag op de KNVB Beker. VoetbalPrimeur maakt de balans op, na een adembenemende eindstrijd in De Kuip.
PSV
Yvon Mvogo – 6: Dat hij geen onomstreden puntenpakker is, mogen we na het einde van zijn tweejarige huurperiode wel concluderen. Tegen Ajax kwam hij dankzij de VAR en de paal twee keer goed weg, maar zijn redding met de voet in de slotfase mocht er zeker zijn.
Mauro Júnior – 6,5: De indraaiende voorzet van Steven Berghuis was op maat, Mvogo was al gezien en een doelpunt van Ajax leek aanstaande. Maar toen kneep Mauro op precies het juiste moment naar binnen, alsof hij al zijn hele leven rechtsback staat. Helemaal foutloos was de Braziliaan niet, maar met de omgeturnde nummer tien op de flanken kan PSV volgend seizoen nog wel vooruit: ook Dusan Tadic had geen fijne middag tegen hem.
Jordan Teze – 7: Wat heeft PSV overgehouden aan het tweejarige Roger Schmidt-tijdperk? In ieder geval de doorbraak van een centrale verdediger uit de eigen jeugd. Teze heeft sinds de zomer van 2020 grote stappen gezet en was zondag in De Kuip een betrouwbare steunpilaar.
André Ramalho – 6,5: Hij is er na de winterstop een tijdje uit geweest, maar pakt stoïcijns de draad op bij PSV. Zijn keurige tackle op Brian Brobbey – of beter gezegd: perfect op de bal – vlak voor rust was de kroon op het werk.
Philipp Max – 6,5: Hij was niet helemaal fit en verdedigend is hij niet altijd een zekerheidje, maar Max hield zich in De Kuip wel staande. Daar waar mogelijk schakelde hij zich ook in aanvallend opzicht in.
Ibrahim Sangaré – 8: Bij de openingstreffer liet hij zich in de luren leggen door Gravenberch, verder was Sangaré de misschien wel allerbeste man op het veld. Het lijkt een kwestie van tijd voordat we hem in de Premier League terug gaan zien: zijn fysiek heeft hij al mee, maar ook aan de bal heeft de Ivoriaan behoorlijke stappen gemaakt.
Mario Götze – 7: Een speler die elke ploeg in zijn elftal wil hebben: als PSV de aanval zocht, was hij meestal degene bij wie de bal werd ingeleverd, Götze zorgde er wel voor dat hij bij een andere speler in het rood-wit belandde. Of hij in twee seizoenen PSV heeft gebracht wat je van iemand met zijn kwaliteiten mag verwachten, is een tweede, maar PSV zal blij zijn met de Weltmeister.
Erick Gutiérrez – 7: Het was jarenlang wachten op het moment dat hij eindelijk los zou komen. In de loop van dit seizoen is hij opgebloeid aan de zijde van Sangaré. Guti kan buffelen en schoffelen, maar ook het spel verdelen met zijn linkervoet. En scoren met het hoofd blijkbaar.
Joey Veerman – 5: Een enkele keer liet hij zien hoe goed hij kan voetballen, maar verder speelde de Volendamse gelegenheidsrechtsbuiten een ongelukkige wedstrijd. In de eindpass ging het nogal eens mis voor Veerman, die bovendien de grootse moeite had om Gravenberch af te stoppen.
Eran Zahavi – 5,5: Hij leidde met een mooi hakje het eerste gevaarlijke moment in en scoorde even later vanuit buitenspelpositie. Maar verder hebben we toch weinig van de Israëliër vernomen.
Cody Gakpo – 7: Veel momenten kwamen er niet, maar het kind van de club werd toch nog de PSV-held. Alles deed hij zelf nadat Lisandro Martínez de bal bij hem in had geleverd: de dribbel, het naar binnen trekken en de karakteristieke schuiver van afstand. Was dit het afscheidscadeau voor zijn club, voordat hij zijn toptransfer maakt? Of wordt het misschien nóg mooier in de laatste competitiewedstrijden?
Invallers
Ritsu Doan – 6,5: Verving bij aanvang van het laatste kwart Gakpo en fungeerde in feite als extra verdediger. De Japanner deed dat keurig en deed ook aan de bal niet zoveel verkeerd.
Bruma – 5: Kwam er tegelijkertijd in voor Veerman en kreeg meerdere mogelijkheden om de finale voortijdig te beslissen. De Portugees blijft echter een aanvaller met opvallend weinig besluitvaardigheid en killersinstinct.
Yorbe Vertessen – x: Kwam er tien minuten voor tijd in voor Zahavi en speelde te kort voor een beoordeling.
Marco van Ginkel – x: Diezelfde moest in de blessuretijd alweer de strijd staken en werd vervangen door Van Ginkel, die ook te kort voor een beoordeling speelde.
Trainer
Roger Schmidt – 7,5: Wat zou hij gezegd hebben in de kleedkamer? PSV was net voor rust aan een 2-0 achterstand ontsnapt en had niet veel in te brengen, maar begon als herboren aan de tweede helft en streed voor elke meter. En zo houdt PSV in elk geval twee prijzen over aan het tijdperk-Schmidt. En misschien wel drie, als beide clubs de lijn van deze tweede helft doortrekken.
Ajax
Maarten Stekelenburg – 5: Zijn seizoen leek in september al te eindigen, maar in De Kuip moest Stekelenburg er toch weer staan. Drie kwartier lang leek hij genoeg te hebben aan zijn twintig jaar aan ervaring als prof, maar in minuut vijftig had hij opeens twee goals om de oren gekregen. Een keeper in vorm én met wedstrijdritme had toch minstens één van die twee ballen gepakt.
Noussair Mazraoui – 6,5: Dat zijn fraaie 2-0 vlak voor rust werd afgekeurd, doordat Dusan Tadic met één voet buitenspel stond, was pure pech. De winnende treffer van directe tegenstander Gakpo was ook niet zijn schuld. In De Kuip voldeed hij, volgend jaar mag Mazraoui het in de absolute top van Europa proberen.
Jurriën Timber – 7: Afgezien van alle Manchester United-links is het opmerkelijk rustig rondom hem in het geruchtencircuit. Maar een twintigjarige verdediger met zoveel rust aan de bal, duelkracht en gevoel voor positie: die zal bij elke grote club toch wel op het lijstje staan? Kijk niet vreemd op als Timber na dit seizoen al een fraaie transfer maakt, in De Kuip heeft hij zichzelf weer in de etalage gezet.
Lisandro Martínez – 4,5: Het doorhalen op Sangaré sloeg nergens op en was minstens geel waard geweest. Die gele kaart krijg hij vroeg in de eerste helft alsnog, maar Martínez speelde de eerste helft zonder problemen uit. Na rust opende hij met een pass op de stropdas: bij tegenstander Gakpo welteverstaan…
Daley Blind – 6: Noni Madueke was er niet bij en PSV hield Yorbe Vertessen op de bank, dus Blind kon zich concentreren op datgene waar hij goed in is: ballen inspelen en openingen tussen de linies zoeken. Hij is wel weer aan de beterende hand, na een serieuze vormcrisis.
Edson Álvarez – 5,5: Na 72 minuten kon hij niet meer. Álvarez moest Götze in de gaten houden en was tegelijkertijd verantwoordelijk voor de gaten die zijn ploeggenoten lieten vallen
Davy Klaassen – 6,5: Ajax had dit seizoen vaak het grootste luxeprobleem van alle Eredivisie-clubs: voor Klaassen was meer dan eens geen plek in de basis. De 32-voudig Oranje-international heeft echter het vermogen om op het juiste moment op de juiste plek op te duiken, bewees hij met zijn assist bij de 0-1 van Gravenberch en de – afgekeurde – 2-2 die hij zelf maakte. Na rust gaf hij Gakpo wel één metertje te veel ruimte, met de 2-1 tot gevolg.
Ryan Gravenberch – 7,5: Naast Timber één van de twee wereldsterren in wording op het veld, aldus Kenneth Perez bij rust. En daar had de Deen niets te veel mee gezegd. Na zijn dipje rond de voorbije interlandperiode is hij beter dan ooit en zijn openingstreffer was een typische Gravenberch-goal: techniek en overzicht, gekoppeld aan fysieke kracht en doorzettingsvermogen. Ajax mag handenwrijvend de onderhandelingen met Bayern München gaan hervatten.
Steven Berghuis – 6: Vorig seizoen werd er in De Kuip nog wel eens geklaagd over zijn houding en sterallures. Hij keerde er echter als voorbeeldige teamspeler terug, in het shirt van de aartsrivaal. Verdedigend maakte hij keurig zijn meters, met een snoekduik in zijn eigen strafschopgebied als meest opvallende bijdrage. In offensief opzicht was zijn bijdrage echter gering.
Brian Brobbey – 5: Het geluk was niet aan zijn zijde na zijn bliksemrentree bij Ajax. In De Kuip kreeg hij weer eens een kans in de basis, maar werd hij vaak niet gevonden en vielen de ballen nogal eens nét verkeerd. En toen hij eindelijk belangrijk kon worden en de 2-2 van Klaassen in leek te leiden, stond hij met zijn hak buitenspel…
Dusan Tadic – 5: Normaal gesproken is hij Ajax’ talisman in dit soort wedstrijden. Maar in de bekerfinale kon Tadic het niet waarmaken. Zijn schot op de paal en zijn gewillige valpartij over het been van Veerman waren de meest in het oog springende wapenfeiten van de Serviër.
Invallers
Sébastien Haller – x: Kwam in de slotfase alsnog binnen de lijnen als vervanger van Álvarez en speelde te kort voor een beoordeling.
Perr Schuurs – x: Verving tegelijkertijd Mazraoui en speelde ook te kort voor een beoordeling.
Mohammed Kudus – x: Kwam er vlak voor tijd in voor Klaassen en spelde te kort voor een beoordeling.
Mohamed Ihattaren – x: Debuteerde onder hels gefluit van zijn oude fans voor Ajax, als vervanger van Berghuis. De linkspoot speelde te kort voor een beoordeling.
Trainer
Erik ten Hag – x: Natuurlijk is het achteraf makkelijk oordelen: voor hetzelfde geld was Ajax met een 2-0 voorsprong de rust ingegaan en was de finale daarmee al beslist. Maar het lijkt erop dat het tijdperk-Ten Hag een half jaar te lang heeft geduurd voor Ajax. Wie Ajax in de laatste competitiewedstrijden en in de tweede helft van deze finale met zichzelf ziet worstelen, gaat zich toch zorgen maken over de laatste vijf wedstrijden van het seizoen, waarin het vier punten voorsprong op PSV koestert.